201807155/3/R1.
Datum beslissing: 6 maart 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) in het geding tussen:
1. Amsterdam Cheese Company, gevestigd te Amsterdam,
2. Vastned Retail Nederland B.V. en anderen, allen gevestigd te Amsterdam,
3. [appellant sub 3], gevestigd te Amsterdam,
4. Los Tulipanes Holding B.V. en anderen, allen gevestigd te Amsterdam,
5. Nedstede Monumenten B.V., gevestigd te Amsterdam,
6. World of Delights Retail B.V. en anderen, allen gevestigd te Amsterdam,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Amsterdam,
verweerder.
Procesverloop
Amsterdam Cheese Company, Vastned Retail Nederland B.V. en anderen, [appellant sub 3], Los Tulipanes Holding B.V. en anderen, Nedstede Monumenten B.V. en World of Delights Retail B.V. en anderen hebben beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van de gemeente Amsterdam van 18 augustus 2018.
De raad van de gemeente Amsterdam heeft de vertrouwelijke versie van een gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.
Het betreft de Keuzenotitie ‘Ruimtelijke sturingselementen diversiteit winkel- en voorzieningenaanbod’ van 18 juli 2017.
Overwegingen
1. De raad heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van het stuk kennis zal nemen.
2. Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
3. De raad heeft ter motivering van het verzoek aangevoerd dat het de positie van de gemeente kan aantasten indien derden kennis zouden nemen van de afwegingen die het gemeentebestuur maakt in het kader van de nodige planologische bijsturing. Meer specifiek wordt erop gewezen dat in de Keuzenotitie overwegingen van economische of financiële aard zijn opgenomen en dat in de notitie concrete (commerciële) initiatieven worden genoemd. Verder wordt in de notitie een extern ingewonnen advies samengevat weergegeven en bevat de notitie persoonlijke beleidsopvattingen ten behoeve van intern beraad.
4. Naar het oordeel van de Afdeling wegen de economische en financiële belangen van de gemeente, het belang bij het voorkomen van onevenredige benadeling van de commerciële derden en het belang van het algemeen bestuur om de persoonlijke beleidsopvattingen en de extern ingewonnen adviezen over de eventuele inzet van ruimtelijke sturingselementen niet te delen met natuurlijke- of rechtspersonen zwaarder dan het belang dat partijen hebben bij kennisneming van die passages.
5. De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van A. Wijker-Dekker, griffier.
w.g. Bijloos w.g. Wijker-Dekker
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 6 maart 2019