ECLI:NL:RVS:2019:451
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- J.A. Hagen
- A.W.M. Bijloos
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit centraal stembureau over kandidatenlijst VVD
In deze zaak gaat het om een beroep tegen het besluit van het centraal stembureau van 8 februari 2019, waarbij de kandidatenlijst van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) geldig is verklaard. Het beroep is ingesteld door twee appellanten, [appellant A] en [appellant B], die beiden wonen in [woonplaats]. De mondelinge uitspraak vond plaats op 14 februari 2019 om 14:00 uur, onder leiding van Staatsraad mr. J.A. Hagen, met als leden Staatsraad mr. A.W.M. Bijloos en Staatsraad mr. J.Th. Drop. De griffier was mr. M. Rijsdijk.
Tijdens de zitting werd het beroep van [appellant B] ongegrond verklaard, terwijl het beroep van [appellant A] niet-ontvankelijk werd verklaard. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde dat een kandidatenlijst slechts ongeldig kan worden verklaard op basis van de limitatief opgesomde gronden in artikel I 5 van de Kieswet. Het centraal stembureau had terecht geen reden gezien om de lijst ongeldig te verklaren. Het argument van [appellant B] dat de kandidaten op de lijst van de VVD niet de integriteit en het kiezersbelang vooropstellen, werd niet als een geldige grond voor ongeldigverklaring erkend.
Daarnaast werd het beroep van [appellant A] niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet was ondertekend met een fysieke handtekening, wat in strijd is met de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak benadrukt het belang van de formele vereisten bij het indienen van beroepschriften en de strikte toepassing van de Kieswet.