ECLI:NL:RVS:2019:446
Raad van State
- E.J. Daalder
- L.C.M. Smulders-Wijgerde
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het verzoek tot beperkte kennisneming van vertrouwelijke informatie in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 8 maart 2018, waarin de rechtbank zich uitsprak over twee zaken, genummerd 17/8354 en 17/8370. De appellant, wonend te Moordrecht in de gemeente Zuidplas, heeft het college van burgemeester en wethouders van Zuidplas als tegenpartij. De Raad van State heeft op 13 februari 2019 beslist op het verzoek van het college om te bepalen dat alleen de Afdeling bestuursrechtspraak kennis mag nemen van bepaalde vertrouwelijke stukken, in het kader van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Het college heeft aangegeven dat het vertrouwelijk overgelegde stuk informatie bevat over de persoonlijke omstandigheden van een derde partij, [belanghebbende], die niet bij de procedure betrokken is. Dit betreft onder andere medische gegevens. Het college heeft toegezegd dat deze persoonlijke omstandigheden niet bekend worden gemaakt, ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen. De Afdeling heeft in haar overwegingen het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van [belanghebbende] zwaarder laten wegen dan het belang van de appellant bij kennisneming van het stuk.
De Afdeling heeft vastgesteld dat de appellant geen bezwaar heeft tegen de beperkte kennisneming van het advies over het maatwerkverzoek, en heeft het verzoek van het college tot beperkte kennisneming dan ook gerechtvaardigd geacht. De beslissing is genomen door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in aanwezigheid van mr. L.C.M. Smulders-Wijgerde, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt op 13 februari 2019.