ECLI:NL:RVS:2019:4224
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van de minister van Algemene Zaken tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland inzake openbaarmaking van informatie
Op 17 december 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een mondelinge uitspraak gedaan in het hoger beroep van de minister van Algemene Zaken. De minister had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 9 oktober 2019, waarin werd geoordeeld dat de integrale weigering van drie documenten niet gerechtvaardigd was. Tevens verzocht de minister de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur.
Tijdens de openbare zitting, die plaatsvond op 17 december 2019, werd de minister vertegenwoordigd door mr. E.C. Pietermaat, terwijl de wederpartij in persoon aanwezig was. De voorzieningenrechter, mr. C.J. Borman, oordeelde dat de minister geen gevolg hoeft te geven aan de bestreden uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Dit besluit is genomen om te voorkomen dat de minister gedwongen zou worden een besluit te nemen dat mogelijk veel inhoudelijke informatie bevat, wat de effectiviteit van een eventuele vernietiging van de uitspraak in de hoofdzaak zou ondermijnen.
De voorzieningenrechter benadrukte dat er een kans bestaat dat het oordeel van de rechtbank in de hoofdzaak stand zal houden, maar dat het niet uitgesloten kan worden dat de aangevallen uitspraak in hoger beroep geen stand houdt. De voorzieningenrechter heeft de gevraagde voorlopige voorziening toegewezen en benadrukt dat de hoofdzaak zo spoedig mogelijk op zitting behandeld dient te worden.