ECLI:NL:RVS:2019:4129

Raad van State

Datum uitspraak
9 december 2019
Publicatiedatum
10 december 2019
Zaaknummer
201809088/4/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verschoning
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verschoning van staatsraad in bestuursrechtelijke procedure

In de zaak met nummer 201809088/4/A1 heeft staatsraad D.A.C. Slump op 9 december 2019 verzocht om zich te mogen verschonen van de behandeling van een andere zaak, genummerd 201809088/3/A1, die op 10 december 2019 ter zitting zou worden behandeld. Slump was eerder als voorzitter van de meervoudige kamer betrokken bij een uitspraak over het kostenverhaal bestuursdwang, hetgeen aanleiding gaf tot zijn verzoek om verschoning. Dit verzoek is gedaan op basis van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt voor rechters om zich te verschonen indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek van Slump in overweging genomen en, gezien de motivering van het verzoek, geoordeeld dat de inwilliging gerechtvaardigd is. De Afdeling heeft besloten het verzoek toe te wijzen, waarmee Slump niet langer betrokken zal zijn bij de behandeling van de zaak. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de andere leden van de Afdeling, waaronder voorzitter mr. C.J. Borman, en griffier mr. W.M. Boer. De uitspraak is openbaar gedaan op 9 december 2019.

Uitspraak

201809088/4/A1.
Datum beslissing: 9 december 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek van om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb) van:
D.A.C. Slump
Procesverloop
Ten aanzien van zaak nr. 201809088/3/A1, die op 10 december 2019 ter zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad Slump, die als lid van de enkelvoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 9 december 2019 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.
Overwegingen
1.    Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen.
In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.    Staatsraad Slump heeft te kennen gegeven dat bij de voorbereiding van de zaak is gebleken dat hij in een eerder stadium van deze procedure als voorzitter van de meervoudige kamer betrokken is geweest bij een uitspraak over het kostenverhaal bestuursdwang waarover het in dit verzet nog steeds gaat. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van de onderhavige zaak te voorkomen, heeft hij verzocht zich te mogen verschonen.
3.    De Afdeling acht, gezien deze motivering, de inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.
4.    Gelet op vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, voorzitter, en mr. E. Steendijk en mr. E. Helder, leden, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Boer, griffier.
w.g. Borman    w.g. Boer
voorzitter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 9 december 2019
745.