ECLI:NL:RVS:2019:4028
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenbewaring met hoger beroep tegen uitspraak rechtbank
Op 19 oktober 2019 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, heeft op 11 november 2019 het beroep van de vreemdeling tegen deze maatregel ongegrond verklaard en hem schadevergoeding toegekend. De vreemdeling heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 29 november 2019 uitspraak gedaan op dit verzoek. De voorzieningenrechter overweegt dat het op dat moment niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep zal worden vernietigd. Daarom wordt het verzoek om opheffing van de maatregel van bewaring afgewezen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoeft geen proceskosten te vergoeden. De beslissing is genomen door mr. D.A. Verburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. van de Kolk, griffier. De uitspraak is openbaar gedaan op 29 november 2019.