ECLI:NL:RVS:2019:4026

Raad van State

Datum uitspraak
25 november 2019
Publicatiedatum
29 november 2019
Zaaknummer
201801850/8/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit gemeenteraad over bestemmingsplan Buitengebied en aan-huis-verbonden bedrijf

In deze zaak gaat het om een beroep tegen het besluit van de gemeenteraad van Deurne, dat op 19 december 2017 het bestemmingsplan 'Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied' heeft vastgesteld. Appellante, gevestigd in Liessel, stelt dat de raad ten onrechte geen mogelijkheid heeft geboden voor een aan-huis-verbonden bedrijf op haar perceel. De mondelinge uitspraak vond plaats op 25 november 2019, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het beroep ongegrond verklaarde.

De Afdeling overweegt dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het initiatief van appellante, gezien de ingediende stukken in de planprocedure, ruimtelijk niet aanvaardbaar was. Dit oordeel wordt verder onderbouwd door de weigering van de aanvraag voor een omgevingsvergunning op 1 december 2016 voor het gewenste bedrijf aan huis. De latere verlening van de vergunning in 2018 op basis van een gewijzigde aanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Deurne, kan niet leiden tot een ander oordeel, aangezien dit feit na het bestreden besluit heeft plaatsgevonden en de rechtmatigheid daarvan niet kan aantasten.

De Afdeling concludeert dat de raad in redelijkheid geen aan-huis-verbonden bedrijf heeft hoeven toestaan in het bestemmingsplan. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, wat betekent dat de kosten voor de procedure niet worden vergoed. De uitspraak is gedaan door Staatsraad E.A. Minderhoud, met mr. J.V. Vreugdenhil als griffier.

Uitspraak

201801850/8/R2.
Datum uitspraak: 25 november 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[appellante], gevestigd te Liessel, gemeente Deurne,
appellante,
en
de raad van de gemeente Deurne,
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 25 november 2019 om 11:30 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. E.A. Minderhoud    voorzitter
griffier: mr. J.V. Vreugdenhil
Verschenen:
[appellante], vertegenwoordigd door [vennoot A] en [vennoot B], bijgestaan door mr. L.A. Pronk, advocaat te Deurne;
De raad, vertegenwoordigd door mr. C.G.M. Claessens en mr. C.C. van Vliet.
Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van 19 december 2017, waarbij het bestemmingsplan "Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied" is vastgesteld, omdat volgens [appellante] de raad ten onrechte geen aan-huis-verbonden-bedrijf mogelijk heeft gemaakt in het plan ter plaatse van haar perceel aan [locatie] in Liessel.
De Afdeling
verklaart het beroep ongegrond.
Daartoe overweegt zij het volgende.
De Afdeling van oordeel dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat ten tijde van de vaststelling van het plan - gelet op de stukken die op dat moment door [appellante] waren ingediend in de planprocedure - het initiatief van [appellante] ruimtelijk gezien niet aanvaardbaar was, mede gezien de weigering van de aanvraag voor de omgevingsvergunning op 1 december 2016 voor het gewenste bedrijf aan huis. Het feit dat door het college van burgemeester en wethouders van Deurne de gevraagde vergunning in 2018 op basis van een gewijzigde aanvraag alsnog is verleend, leidt niet tot een ander oordeel. Dat feit dateert van na het bestreden besluit en kan daarom de rechtmatigheid ervan niet aantasten. Gelet hierop heeft de raad voor het perceel van [appellante] in redelijkheid geen aan-huis-verbonden-bedrijf hoeven toestaan in het plan.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
w.g. Minderhoud    w.g. Vreugdenhil
lid van de enkelvoudige kamer    griffier
571-875.