ECLI:NL:RVS:2019:3942
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak van vreemdeling na afwijzing verblijfsvergunning
Op 21 november 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had op 8 oktober 2019 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling werd genomen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. V.M. Oliana, heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 29 oktober 2019 het beroep ongegrond verklaarde. Vervolgens heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op 18 november 2019 al een uitspraak is gedaan op het hoger beroep van de vreemdeling. Hierdoor werd het verzoek om voorlopige voorziening niet in behandeling genomen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek als niet-ontvankelijk verklaard en de staatssecretaris is niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 21 november 2019.