ECLI:NL:RVS:2019:392
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- J.Th. Drop
- G. van der Wiel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de afwijzing van een asielaanvraag en de beoordeling van de meerderjarigheid van de vreemdeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, die op 17 juli 2018 een asielaanvraag van een vreemdeling gegrond verklaarde. De vreemdeling had verzocht om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar de staatssecretaris had deze aanvraag op 8 maart 2018 niet in behandeling genomen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen, maar de staatssecretaris ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Raad van State oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft gesteld dat de vreemdeling als meerderjarige is geregistreerd in Italië en dat hij, op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, ervan uit mag gaan dat deze registratie correct is. De vreemdeling had geen identificerende documenten overgelegd die zijn gestelde minderjarigheid konden onderbouwen. De Raad van State concludeert dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de staatssecretaris geen aanleiding had om te twijfelen aan de geregistreerde meerderjarigheid van de vreemdeling en dat er geen leeftijdsonderzoek nodig was.
De Raad van State verklaart het hoger beroep van de staatssecretaris gegrond en vernietigt de uitspraak van de rechtbank. Het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van de staatssecretaris wordt ongegrond verklaard. De beslissing van de Raad van State benadrukt het belang van het interstatelijk vertrouwensbeginsel in asielzaken en de noodzaak voor vreemdelingen om bewijs te leveren voor hun claims.