ECLI:NL:RVS:2019:3525
Raad van State
- Verschoning
- C.J. Borman
- D.A.C. Slump
- J.A. Hagen
- R. Uylenburg
- N.D.T. Pieters
- Rechtspraak.nl
Verzoek om verschoning van staatsraad Borman in bestuursrechtelijke zaak
In de zaak met nummer 201907415/2/A1, die op 24 oktober 2019 ter zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad C.J. Borman op 16 oktober 2019 een verzoek ingediend om zich te mogen verschonen. Dit verzoek is gedaan in het kader van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt voor rechters om zich te verschonen op basis van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid zouden kunnen schaden. Staatsraad Borman heeft aangegeven dat zijn echtgenote werkzaam is bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, dat partij is in deze zaak. Om elke schijn van vooringenomenheid te vermijden, heeft hij verzocht om verschoning.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek beoordeeld en komt tot de conclusie dat de motivering van staatsraad Borman gerechtvaardigd is. De Afdeling acht het van belang om de integriteit van de rechtspraak te waarborgen en heeft daarom besloten het verzoek om verschoning toe te wijzen. De beslissing is genomen door de Afdeling bestuursrechtspraak, onder leiding van voorzitter D.A.C. Slump, en de leden J.A. Hagen en R. Uylenburg, in aanwezigheid van griffier N.D.T. Pieters. De uitspraak is openbaar gedaan op 17 oktober 2019.