ECLI:NL:RVS:2019:3516
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 16 oktober 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.M.J. van Zantvoort, een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 2 augustus 2019 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 23 september 2019 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarop zij hoger beroep heeft ingesteld.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zij niet zou worden overgedragen voordat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft, na beoordeling van de ingediende stukken, besloten om de gevraagde voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet mag worden overgedragen totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 512,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak benadrukt het belang van het recht op een eerlijk proces en de bescherming van de rechten van vreemdelingen in asielprocedures. De voorzieningenrechter heeft de beslissing openbaar uitgesproken, waarbij mr. T. van Goeverden-Clarenbeek als griffier aanwezig was.