Uitspraak
Datum uitspraak: 16 oktober 2019
BESTUURSRECHTSPRAAK
voorzitter griffier
Raad van State
Op 18 februari 2019 heeft de raad van de gemeente Zoetermeer het bestemmingsplan "1e Partiële herziening Stadscentrum/Dorpsstraat" gewijzigd vastgesteld. Dit plan beoogt een actueel juridisch-planologisch kader voor het centrum van Zoetermeer, met als doel de negatieve spiraal van de economische crisis te doorbreken. Het plan biedt mogelijkheden voor de transformatie van leegstaande kantoren naar detailhandel, leisure, dienstverlening en wonen, en past de regeling voor evenementen op de Markt aan.
[Appellante], woonachtig nabij het plangebied, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de raad, omdat zij vreest dat de ontwikkelingen in het plan leiden tot een toename van de parkeerdruk in haar omgeving. Zij betoogt dat de raad de parkeerbehoefte niet correct heeft berekend en dat de evenementen die in het plan zijn toegestaan, haar woon- en leefklimaat negatief beïnvloeden.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de raad de parkeerbehoefte op juiste wijze heeft berekend, gebruikmakend van de Nota Parkeernormen. De Afdeling oordeelt dat de raad in redelijkheid de laagste norm van de bandbreedte heeft kunnen hanteren, gezien de goede bereikbaarheid van het stadscentrum en het feit dat bezoekers vaak meerdere voorzieningen combineren. De Afdeling heeft het beroep van [appellante] ongegrond verklaard, omdat de raad voldoende onderzoek heeft gedaan naar de parkeerdruk en de gevolgen van evenementen, en de belangen van de betrokkenen op een juiste wijze heeft afgewogen.