ECLI:NL:RVS:2019:3367

Raad van State

Datum uitspraak
8 oktober 2019
Publicatiedatum
8 oktober 2019
Zaaknummer
201901825/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing registratie Liberiaanse huwelijksakte in Basisregistratie personen

In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 22 januari 2019, waarin de registratie van een Liberiaanse huwelijksakte in de Basisregistratie personen werd afgewezen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 8 oktober 2019 de zaak behandeld. Tijdens de zitting op 27 augustus 2019 heeft de Afdeling besloten het onderzoek te heropenen en nadere informatie op te vragen bij het Bureau Documenten van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Dit bureau heeft een vertrouwelijk stuk overgelegd, waarin de beoordeling van de huwelijksakte wordt toegelicht. Het Bureau Documenten verzocht om te bepalen dat alleen de Afdeling kennis zou nemen van dit stuk, vanwege gewichtige redenen.

De Afdeling heeft in haar overwegingen de belangen afgewogen. Enerzijds is er het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over relevante informatie voor het hoger beroep, anderzijds het belang dat de bestuursrechter over alle benodigde informatie beschikt om de zaak zorgvuldig te kunnen afhandelen. De Afdeling oordeelde dat kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang en de werkwijze van het Bureau Documenten onevenredig zou kunnen schaden. Daarom heeft de Afdeling besloten het verzoek tot beperkte kennisneming toe te wijzen.

De beslissing werd genomen door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. B. Ley-Nell, griffier. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 8 oktober 2019.

Uitspraak

201901825/2/A3.
Datum beslissing: 8 oktober 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 22 januari 2019 in zaak nr. 18/1474 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Utrecht.
Procesverloop
[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 22 januari 2019 in zaak nr. 18/1474. Het gaat om de afwijzing van een registratie van een Liberiaanse huwelijksakte in de Basisregistratie personen.
Op 27 augustus 2019 is het hoger beroep van [appellant] op zitting behandeld. De Afdeling heeft besloten het onderzoek in die zaak te heropenen en op grond van artikel 8:45, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) nadere informatie op te vragen bij het Bureau Documenten van de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
Het Bureau Documenten heeft een gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling hiervan kennis zal mogen nemen.
Het betreft de onderliggende informatie van de beoordeling van de Liberiaanse traditionele huwelijksakte, nummer AMLA-1411.
Overwegingen
1.    Het Bureau Documenten heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van het stuk kennis zal nemen.
2.    Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
3.    In het vertrouwelijk overgelegde stuk wordt door het Bureau Documenten uitgelegd hoe het bij de beoordeling van de door [appellant] overgelegde huwelijksakte te werk is gegaan en hoe het tot zijn conclusie is gekomen. Naar het oordeel van de Afdeling weegt het belang van de bescherming van de werkwijze van het Bureau Documenten zwaarder dan het belang van [appellant] bij kennisneming van het stuk. De Afdeling neemt hierbij in aanmerking dat kennisneming van informatie over methoden van onderzoek, technieken en bronmateriaal zou kunnen leiden tot verbetering of verandering van de vervalsing van documenten en daarmee een belemmering van de werkwijze van het Bureau Documenten.
4.    De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe;
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. B. Ley-Nell, griffier.
w.g. Bijloos    w.g. Ley-Nell
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 8 oktober 2019