ECLI:NL:RVS:2019:312
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het inpassingsplan N340/N48 Zwolle - Ommen en de ontvankelijkheid van het beroep
Op 6 februari 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over het inpassingsplan "N340/N48 Zwolle - Ommen, herziening 2017". Dit plan, vastgesteld door provinciale staten op 11 april 2018, beoogt aanpassingen aan de verkeerssituatie in de regio Noord-Overijssel. Appellante A en anderen, die een landbouwmechanisatiebedrijf exploiteren, hebben beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij zich niet kunnen vinden in de nieuwe verkeerssituatie ter plaatse van hun perceel en de kruising met de Hoevenweg. Provinciale staten hebben echter betoogd dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat het beroepschrift door een andere rechtspersoon is ingediend dan de rechtspersoon die de zienswijze heeft ingediend.
De Afdeling heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en vastgesteld dat de zienswijze van 15 juli 2017 is ingediend door gemachtigde A namens appellante A, terwijl het beroepschrift is ingediend namens appellante B. Hierdoor is het beroep voor appellante B, C en D niet-ontvankelijk verklaard. De Afdeling heeft verder overwogen dat provinciale staten bij de vaststelling van het inpassingsplan beleidsruimte hebben en dat zij de betrokken belangen moeten afwegen. De Afdeling heeft geconcludeerd dat het beroep, voor zover ontvankelijk, ongegrond is, en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste indiening van zienswijzen en de gevolgen daarvan voor de ontvankelijkheid van een beroep. De Afdeling heeft ook de noodzaak van een goede ruimtelijke ordening onderstreept, waarbij provinciale staten de belangen van betrokkenen moeten afwegen tegen de noodzaak van verkeerskundige maatregelen.