201807855/1/A3.
Datum uitspraak: 4 september 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 14 augustus 2018 in zaak nr. 18/1094 in het geding tussen:
[appellant]
en
het dagelijks bestuur van het Waterschap Aa en Maas.
Procesverloop
Bij besluit van 21 november 2017 heeft het dagelijks bestuur een verzoek van [appellant] om met toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) informatie openbaar te maken (hierna het Wob-verzoek) gedeeltelijk ingewilligd en voor het overige afgewezen.
Bij besluit van 28 maart 2018 heeft het dagelijks bestuur het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en het besluit van 21 november 2017 met een aanvullende motivering gehandhaafd.
Bij uitspraak van 14 augustus 2018 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het dagelijks bestuur heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 juli 2019, waar [appellant] en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door mr. E.H.J. van Laarhoven, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1. [appellant] heeft het Wob-verzoek op 5 november 2017 ingediend naar aanleiding van een uitnodigingsbrief van het dagelijks bestuur van 30 oktober 2017 voor een inloopbijeenkomst over het 'Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime (hierna: GGOR) Goorloop - Snelle Loop'. In die uitnodiging staat:
"Waterschap Aa en Maas is begin 2017 gestart met het project 'Optimalisatie peilbeheer Goorloop - Snelle Loop’. […] In dit project wordt gewerkt aan de verbetering van de waterhuishouding in de gebieden Gemert-Bakel, Helmond en Laarbeek. In het eerste kwartaal van 2017 heeft het waterschap een groot aantal grondgebruikers uitgenodigd voor een aantal informatiebijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten zijn ideeën, wensen en knelpunten opgehaald uit de streek met behulp van kaartmateriaal. Deze informatie is vergeleken met gegevens over gemiddelde waterpeilen, maaiveldhoogtes, functies van gebieden en mogelijkheden voor water aan- en afvoer. Op basis daarvan zijn mogelijke maatregelen geformuleerd of zijn oplossingsrichtingen uitgewerkt. Het waterschap wil bovengenoemde resultaten graag met u delen tijdens een inloopbijeenkomst […] op dinsdag 14 november [2017] […]".
In het Wob-verzoek, dat uitsluitend betrekking op het GGOR Goorloop - Snelle Loop, staat:
"Ik verzoek inzage van alle op de plannen en de voorbereiding daarvan enz. betrekking hebbende stukken. Ook de gemiddelde waterpeilen, maaiveldhoogtes, functies van gebieden en mogelijkheden voor water aan- en afvoer wens ik ter inzage, alsmede de wijze waarop die zijn vastgesteld enz. Ik wens tevens inzage van de in het eerste kwartaal van 2017 verzonden uitnodigingen en de plaatsen van de informatiebijeenkomsten."
De besluiten
2. Bij besluit van 21 november 2017 heeft het dagelijks bestuur het Wob-verzoek, voor zover dat ziet op uitnodigingen en plaatsen van informatiebijeenkomsten, ingewilligd door uitnodigingen in geanonimiseerde vorm openbaar te maken. Het dagelijks bestuur heeft het Wob-verzoek voor het overige afgewezen.
Bij besluit van 28 maart 2018 heeft het dagelijks bestuur het bezwaar gegrond verklaard, voor zover dat betrekking heeft op gegevens over gemiddelde waterpeilen, maaiveldhoogtes, functies van gebieden en mogelijkheden voor water aan- en afvoer. Voor het overige heeft het dagelijks bestuur het bezwaar ongegrond verklaard. Voor de aanvullende motivering heeft het dagelijks bestuur verwezen naar de inhoud van het advies van de bezwarencommissie van het waterschap van 12 maart 2018, welk advies deel uitmaakt van het besluit op bezwaar. In dat advies staat dat het op de weg van het dagelijks bestuur had gelegen die gegevens, voor zover deze nog niet openbaar zijn gemaakt, aan [appellant] te verstrekken. Daarbij heeft de bezwarencommissie opgemerkt dat het dagelijks bestuur inmiddels bij besluit van 18 januari 2018, naar aanleiding van een ander door [appellant] ingediend Wob-verzoek, meetgegevens van grond- en oppervlaktewaterpeilen openbaar heeft gemaakt.
De aangevallen uitspraak
3. Ter zake van de opgevraagde gegevens over de gemiddelde waterpeilen, maaiveldhoogtes, functies van gebieden en mogelijkheden voor water aan- en afvoer, alsmede over de wijze waarop die gegevens zijn vastgesteld, heeft de rechtbank overwogen dat zij [appellant] niet volgt in zijn stelling dat het dagelijks bestuur de openbaarmaking bij besluit van 18 januari 2018 van meetgegevens van grond- en oppervlaktewaterpeilen buiten beschouwing had moeten laten. De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat de plicht tot openbaarmaking geen betrekking heeft op informatie die al openbaar is. Voor zover [appellant] ter zitting heeft toegelicht dat hij inzage wenst te krijgen in de resultaten van metingen die ongeveer twee jaar geleden door een particulier bedrijf ten behoeve van het waterschap zijn verricht, heeft de rechtbank overwogen dat niet is gebleken dat die gegevens zijn verzameld in het kader van het GGOR Goorloop - Snelle Loop. Bovendien verzet de goede procesorde zich ertegen deze eerst ter zitting gegeven toelichting, die [appellant] ook al in de bezwaarfase of in het beroepschrift had kunnen geven, bij de beoordeling van het beroep te betrekken, aldus de rechtbank.
Het hoger beroep
4. Bij de beoordeling van het hoger beroep gaat de Afdeling voorbij aan het ongenoegen dat [appellant] in het hogerberoepschrift uit over de wijze waarop het dagelijks bestuur zijn in de Waterschapswet geregelde taken uitoefent, omdat het geschil in hoger beroep niet ziet op de uitoefening van die taken, maar uitsluitend op de toepassing van de Wob naar aanleiding van het Wob-verzoek. Daarom gaat de Afdeling eveneens voorbij aan het verzoek van [appellant] om de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak onderzoek te laten verrichten naar die taakuitoefening.
5. [appellant] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het dagelijks bestuur de gegevens over gemiddelde waterpeilen, maaiveldhoogtes, functies van gebieden en mogelijkheden voor water aan- en afvoer, inclusief kaartmateriaal dat is gebruikt op de in het eerste kwartaal van 2017 gehouden informatiebijeenkomsten, niet openbaar heeft gemaakt. Ter zitting van de Afdeling heeft [appellant] toegelicht dat op de informatiebijeenkomsten een kaart is gebruikt waarvan hij een afdruk heeft ontvangen. Verder heeft [appellant] ter zitting gewezen op de metingen die ten behoeve van het waterschap door een particulier bedrijf zijn verricht, als vermeld in de aangevallen uitspraak, en gesteld dat hij inzage wil hebben in de resultaten van die metingen. Voorts heeft [appellant] ter zitting te kennen gegeven dat hij niet nader kan concretiseren welke door hem opgevraagde informatie nog niet openbaar is gemaakt.
5.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 10 februari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:292), is het, wanneer een bestuursorgaan stelt dat na onderzoek is gebleken dat een bepaald document niet of niet meer onder hem berust en een dergelijke mededeling niet ongeloofwaardig voorkomt, in beginsel aan degene die om informatie verzoekt om aannemelijk te maken dat, in tegenstelling tot de uitkomsten van het onderzoek door het bestuursorgaan, dat document toch onder het bestuursorgaan berust. 5.2. Het dagelijks bestuur heeft ter zitting van de Afdeling te kennen gegeven dat het alle bij hem berustende gegevens waar het Wob-verzoek op ziet, openbaar heeft gemaakt. Het dagelijks bestuur wijst daarbij op de gegevens die het bij besluit van 18 januari 2018 openbaar heeft gemaakt. De in de aangevallen uitspraak vermelde metingen die ten behoeve van het waterschap door een particulier bedrijf zijn verricht, zijn geen gegevens waarop het Wob-verzoek betrekking heeft, omdat die metingen niet ten behoeve van het GGOR Goorloop - Snelle Loop, maar ten behoeve van een ander project zijn verricht, aldus het dagelijks bestuur ter zitting.
5.3. Het standpunt van het dagelijks bestuur dat het alle bij hem berustende gegevens waar het Wob-verzoek op ziet, openbaar heeft gemaakt, komt de Afdeling niet ongeloofwaardig voor. [appellant] heeft met hetgeen hij in hoger beroep heeft aangevoerd niet aannemelijk gemaakt dat dit door het dagelijks bestuur ingenomen standpunt onjuist is.
Het betoog faalt.
Conclusies
6. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.J.C. Robben, griffier.
w.g. Borman w.g. Robben
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 4 september 2019
610.