ECLI:NL:RVS:2019:2869
Raad van State
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Noord-Nederland inzake vertrouwelijke huurovereenkomsten
In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 6 november 2018, waarin zaken nrs. 18/325, 18/330 en 18/661 aan de orde waren. De zaak betreft een verzoek van [belanghebbende], die als derde-belanghebbende optreedt, om te bepalen dat alleen de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kennis mag nemen van bepaalde vertrouwelijke informatie uit huurovereenkomsten. Deze huurovereenkomsten betreffen bedrijfsruimten aan de Meerweg en Mecuriusweg te Tynaarlo, en bevatten informatie over de huurprijzen die aan de huurders worden gevraagd.
[belanghebbende] heeft aangevoerd dat het bekendmaken van deze huurprijzen aan [appellante] en het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo zou leiden tot onevenredige benadeling van zijn belangen, aangezien hij concurreert met [persoon] die ook bedrijfsruimten verhuurt op hetzelfde industrieterrein. De Afdeling heeft in haar overwegingen het belang van gelijke toegang tot informatie voor alle partijen afgewogen tegen het belang van vertrouwelijkheid van bedrijfsgegevens.
De Afdeling heeft geoordeeld dat de in de huurovereenkomsten vermelde bedragen als vertrouwelijke bedrijfsgegevens moeten worden aangemerkt. Het belang van voorkoming van onevenredige benadeling van [belanghebbende] weegt in dit geval zwaarder dan het belang van [appellante] en het college om kennis te nemen van deze huurprijzen. De Afdeling heeft daarom het verzoek van [belanghebbende] tot beperkte kennisneming van de huurprijzen gerechtvaardigd geacht.
De beslissing is genomen door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 23 augustus 2019, waarbij het verzoek is toegewezen.