ECLI:NL:RVS:2019:2851
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 3 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.A. Hardoar, heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam. Op 29 juli 2019 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, maar dit hoger beroep is niet tijdig ingediend. De termijn voor het indienen van het hoger beroep eindigde op 5 augustus 2019, maar het hogerberoepschrift is pas na deze datum ontvangen door de Raad van State. De vreemdeling heeft geen redenen aangevoerd om het hoger beroep toch ontvankelijk te verklaren.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn uitspraak van 23 augustus 2019 geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en is vastgesteld door mr. N. Verheij, met mr. P.A.M.J. Graat als griffier.