ECLI:NL:RVS:2019:2691

Raad van State

Datum uitspraak
6 augustus 2019
Publicatiedatum
7 augustus 2019
Zaaknummer
201905882/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor vuurwerkshow in verband met natuurbrandrisico

Op 6 augustus 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek van Caffero GmbH, handelend onder de naam Caffero Event Fireworks, om een voorlopige voorziening te treffen. Caffero had een verzoek ingediend omdat het college van gedeputeerde staten van Fryslân, via de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO), had meegedeeld dat het vuurwerk in Terherne op 7 augustus 2019 niet kon doorgaan. Dit besluit was gebaseerd op een advies van de Brandweer Fryslân, die vanwege het verhoogde natuurbrandrisico in Friesland, als gevolg van langdurige droogte, had geadviseerd om het vuurwerk niet tot ontbranding te brengen.

Caffero had bezwaar gemaakt tegen de e-mail van FUMO, waarin het besluit werd meegedeeld, en verzocht om schorsing van dit besluit zodat de vuurwerkshow tijdens een bruiloft op 7 augustus kon plaatsvinden. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het veiligheidsbelang, zoals geadviseerd door de brandweer, zwaarder weegt dan de belangen van Caffero. Ondanks de argumenten van Caffero, waaronder weersverwachtingen, was de rechter van mening dat er onvoldoende grond was om te twijfelen aan het advies van de brandweer.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek van Caffero afgewezen, met de conclusie dat het verzoek kennelijk ongegrond was. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 6 augustus 2019.

Uitspraak

201905882/1/A1.
Datum uitspraak: 6 augustus 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) in het geding tussen onder meer:
Caffero GmbH, handelend onder de naam Caffero Event Fireworks, gevestigd te Kleve (Duitsland),
verzoekster,
en
het college van gedeputeerde staten van Fryslân,
verweerder.
Procesverloop
Bij e-mail van 5 augustus 2019 heeft de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (hierna: FUMO) namens het college aan Caffero meegedeeld dat het een advies heeft ontvangen van de Brandweer Fryslân, dat het mee gaat in dat advies en dat dit impliceert dat het vuurwerk in Terherne op 7 augustus aanstaande geen doorgang kan vinden.
Tegen deze e-mail heeft Caffero bezwaar gemaakt.
Tevens heeft Caffero de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.    De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting.
Inleiding
2.    Caffero is voornemens om op 7 augustus 2019 tijdens een bruiloft in Teherne vuurwerk tot ontbranding te brengen. Op 15 februari 2019 heeft zij daarvoor een melding gedaan als bedoeld in artikel 3B.4 van het Vuurwerkbesluit.
3.    Bij e-mail aan FUMO van 5 augustus 2019 heeft de brandweer erop gewezen dat op dit moment voor Friesland fase 2 geldt voor het natuurbrandrisico. Deze fase is actief, aangezien er lange tijd droogte is geweest en hiermee de kans op een natuurbrand groter is dan normaal. Voor de locatie waarop de melding betrekking heeft, heeft de brandweer met een natuurbrandverspreidingsmodel een berekening gemaakt om te zien wat de uitbreiding van een natuurbrand zou zijn wanneer deze ontstaat. De brandweer adviseert op basis van deze berekening om het vuurwerk niet tot ontbranding te brengen.
4.    Bij e-mail van 5 augustus 2019 heeft FUMO namens het college aan Caffero meegedeeld dat het mee gaat in het advies van de brandweer en dat dit impliceert dat het vuurwerk in Terherne op 7 augustus 2019 geen doorgang kan vinden.
5.    Caffero heeft de e-mail van FUMO van 5 augustus 2019 aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb en hiertegen bezwaar gemaakt. Voorts heeft zij de voorzieningenrechter verzocht dat besluit te schorsen, zodat de vuurwerkshow doorgang kan vinden.
Beoordeling
6.    Bij de voorzieningenrechter bestaat twijfel of de e-mail van FUMO aan Caffero kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. De voorzieningenrechter laat dit echter in het midden en zal het verzoek uitsluitend beoordelen aan de hand van een belangenafweging.
7.    Caffero heeft een spoedeisend belang om de vuurwerkshow op 7 augustus 2019 door te laten gaan. Op die dag vindt de bruiloft plaats en, zoals Caffero terecht opmerkt, kan het niet doorgaan van de vuurwerkshow niet worden hersteld als later mocht komen vast te staan dat het ontbranden van vuurwerk tijdens de bruiloft rechtmatig zou zijn geweest. Ook is aannemelijk dat Caffero in enigerlei wijze financiële schade leidt als de vuurwerkshow niet door kan gaan.
Tegenover de belangen van Caffero staat het veiligheidsbelang. De brandweer heeft de situatie beoordeeld, mede aan de hand van een berekening met een natuurbrandverspreidingsmodel, en geadviseerd om het vuurwerk niet tot ontbranding te brengen.
8.    Na afweging van de belangen van Caffero enerzijds en het veiligheidsbelang anderzijds komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat het veiligheidsbelang zwaarder weegt en dat het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening daarom moet worden afgewezen. Caffero heeft weliswaar onder verwijzing naar onder meer weersverwachtingen bestreden dat er een risico op een natuurbrand is, maar dit is voor de voorzieningenrechter onvoldoende om te twijfelen aan de juistheid van het advies van de brandweer en al helemaal onvoldoende voor het oordeel dat het risico op een natuurbrand zodanig klein is, dat de vuurwerkshow ondanks het advies van de brandweer, die terzake deskundig kan worden geacht, doorgang moet kunnen vinden.
9.    Het verzoek dient als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.
10.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.A.A. van Roessel, griffier.
w.g. Van der Beek-Gillessen    w.g. Van Roessel
voorzieningenrechter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 6 augustus 2019
457.