ECLI:NL:RVS:2019:2687

Raad van State

Datum uitspraak
6 augustus 2019
Publicatiedatum
6 augustus 2019
Zaaknummer
201808215/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.J. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag werd afgewezen bij besluit van 3 september 2018. De vreemdeling was het niet eens met deze beslissing en heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond. De rechtbank heeft op 4 oktober 2018 het beroep ongegrond verklaard, waarop de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. D.P.J. Cain uit Venlo.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 6 augustus 2019 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank had de aanvraag afgewezen op basis van de geldende wet- en regelgeving, maar de Raad van State heeft het beroep gegrond verklaard. Dit betekent dat de Raad van State de eerdere uitspraak van de rechtbank heeft vernietigd en de staatssecretaris mogelijk zal moeten heroverwegen of de vreemdeling in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel. De uitspraak is gedaan met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wat inhoudt dat de Raad van State zonder verdere zitting tot een beslissing is gekomen.

De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde datum, 6 augustus 2019, en is geregistreerd onder het zaaknummer 201808215/1/V2. De beslissing is vastgesteld door mr. J.J. van Eck, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Yildiz, griffier.

Uitspraak

201808215/1/V2. Datum uitspraak: 6 augustus 2019
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 4 oktober 2018 in zaak nr. NL18.16158 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 3 september 2018 heeft de staatssecretaris, voor zover nu van belang, een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 4 oktober 2018 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D.P.J. Cain, advocaat te Venlo, hoger beroep ingesteld.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
Overwegingen
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
III.    verklaart het in die zaak ingestelde beroep gegrond;
Aldus vastgesteld door mr. J.J. van Eck, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Yildiz, griffier.
w.g. Van Eck    w.g. Yildiz lid van de enkelvoudige kamer    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 6 augustus 2019
594.