ECLI:NL:RVS:2019:2498
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.J. van Eck
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel
Op 22 juli 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 10 oktober 2017 de aanvraag afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 25 juni 2019 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.M.J. van Zantvoort, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank vernietigd. De Afdeling heeft het beroep alsnog gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd wegens strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. De staatssecretaris is verplicht om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de eerdere uitspraak van de Afdeling van 21 november 2018. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen, en de staatssecretaris is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 1.536,00 zijn vastgesteld. De uitspraak is gedaan door voorzieningenrechter mr. J.J. van Eck, in aanwezigheid van griffier mr. S. Yildiz.