ECLI:NL:RVS:2019:2487

Raad van State

Datum uitspraak
19 juli 2019
Publicatiedatum
19 juli 2019
Zaaknummer
201901838/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake last onder bestuursdwang voor opslag en gebruik van giftige stoffen door Rompa Tanneries B.V.

Op 19 juli 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening door Rompa Tanneries B.V. Het verzoek volgde op een besluit van 1 maart 2019, waarbij het college van burgemeester en wethouders van Oost Gelre aan Rompa een last onder bestuursdwang had opgelegd wegens de opslag en het gebruik van giftige stoffen in haar inrichting aan de Aaltenseweg 4 te Lichtenvoorde. Rompa maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 14 maart 2019 zijn er afspraken gemaakt tussen Rompa en het college over de opslag en het gebruik van de giftige stoffen. De voorzieningenrechter heeft de beslissing op het verzoek om voorlopige voorziening aangehouden, in afwachting van verdere ontwikkelingen. Op 19 juni 2019 heeft het college de voorzieningenrechter geïnformeerd dat het besluit van 1 maart 2019 was ingetrokken bij besluit van 16 mei 2019. Hierdoor had Rompa geen belang meer bij een uitspraak op haar verzoek om voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van Rompa afgewezen, omdat het besluit waartegen het verzoek was gericht, was ingetrokken. Er was ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 19 juli 2019, en de voorzieningenrechter werd bijgestaan door de griffier, mr. R. van Heusden.

Uitspraak

201901838/1/A1.
Datum uitspraak: 19 juli 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) van:
Rompa Tanneries B.V., gevestigd te Lichtenvoorde, gemeente Oost Gelre,
verzoekster.
Procesverloop
Bij besluit van 1 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oost Gelre aan Rompa een last onder bestuursdwang opgelegd wegens de opslag en het gebruik van giftige stoffen in haar inrichting aan de Aaltenseweg 4 te Lichtenvoorde.
Tegen dit besluit heeft Rompa bezwaar gemaakt.
Rompa heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 14 maart 2019, waar Rompa, vertegenwoordigd door mr. P.J.G. Goumans, advocaat te Nijmegen, [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door mr. V.A. Textor, advocaat te Arnhem, mr. B. ten Have en J. Berntsen, zijn verschenen.
Het college heeft een nader stuk ingediend.
Overwegingen
1.    Tijdens de behandeling op de zitting van het verzoek zijn tussen Rompa en het college afspraken gemaakt over de opslag en het gebruik van giftige stoffen in de inrichting. Er is een gedeeltelijk proces-verbaal van de zitting opgesteld en dat is aan Rompa en het college toegezonden.
De voorzieningenrechter heeft, gezien de gemaakte afspraken, de beslissing op het verzoek om voorlopige voorziening aangehouden.
2.    Bij brief van 19 juni 2019 heeft het college aan de voorzieningenrechter bericht dat hij bij besluit van 16 mei 2019 het besluit van 1 maart 2019 heeft ingetrokken. Nu het besluit waartegen het verzoek om voorlopige voorziening is gericht, is ingetrokken, heeft Rompa geen belang meer bij een uitspraak op haar verzoek.
3.    Het verzoek wordt afgewezen.
4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. S.F.M. Wortmann, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. R. van Heusden, griffier.
w.g. Wortmann    w.g. Van Heusden
voorzieningenrechter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 19 juli 2019
163.