ECLI:NL:RVS:2019:2413

Raad van State

Datum uitspraak
15 juli 2019
Publicatiedatum
16 juli 2019
Zaaknummer
201905093/3/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening vreemdeling inzake overdracht

Op 12 juli 2019 heeft de vreemdeling bezwaar gemaakt tegen de feitelijke overdracht door de staatssecretaris, gepland op 16 juli 2019, krachtens artikel 72, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Tevens heeft de vreemdeling op dezelfde datum een verzoek ingediend bij de rechtbank om een voorlopige voorziening te treffen om zijn voorgenomen overdracht tegen te gaan. De griffier van de rechtbank heeft het bezwaarschrift en het verzoek ter behandeling aan de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State doorgezonden.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het bezwaar van de vreemdeling moet worden aangemerkt als een aanvulling op het eerder ingediende verzoek. In een eerdere uitspraak van 28 juni 2019 heeft de rechtbank het beroep van de vreemdeling tegen een besluit van 31 mei 2019, waarbij zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling is genomen, ongegrond verklaard. De Afdeling heeft deze uitspraak op 15 juli 2019 bevestigd en het verzoek van de vreemdeling om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter concludeert dat de argumenten van de vreemdeling in het huidige verzoek geen aanleiding geven om te twijfelen aan de rechtmatigheid van de voorgenomen overdracht.

Daarom wordt het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, zonder dat er aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is genomen door de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. A.W.M. Bijloos, in tegenwoordigheid van de griffier, mr. D. van Leeuwen, en is uitgesproken in het openbaar op 15 juli 2019.

Uitspraak

201905093/3/V1.
Datum uitspraak: 15 juli 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht):
[de vreemdeling],
verzoeker.
Procesverloop
De vreemdeling heeft op 12 juli 2019 krachtens artikel 72, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000) bezwaar gemaakt tegen de feitelijke overdracht door de staatssecretaris op 16 juli 2019.
Voorts heeft de vreemdeling op 12 juli 2019 bij de rechtbank een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening om zijn voorgenomen overdracht tegen te gaan. De griffier van de rechtbank heeft het bezwaarschrift en het verzoek ter behandeling aan de voorzieningenrechter aan de Afdeling doorgezonden.
Overwegingen
1.    Het door de vreemdeling krachtens artikel 72, derde lid, van de Vw 2000 gemaakte bezwaar wordt aangemerkt als een aanvulling op het bij de voorzieningenrechter van de rechtbank ingediende en aan de Afdeling doorgezonden verzoek.
2.    Bij uitspraak van 28 juni 2019 in zaak nr. NL19.12710 heeft de rechtbank het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van 31 mei 2019, waarbij de minister de aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling heeft genomen, ongegrond verklaard. Bij uitspraken van onderscheidenlijk 15 juli 2019 in zaak nrs. 201905093/1/V3 en 201905093/2/V3 heeft de Afdeling deze uitspraak bevestigd en heeft de voorzieningenrechter het verzoek van de vreemdeling tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Wat de vreemdeling in het onderhavige verzoek heeft aangevoerd biedt geen grond om niet langer van de rechtmatigheid van de voorgenomen overdracht uit te gaan.
3.    Het verzoek om voorlopige voorziening wordt daarom afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. D. van Leeuwen, griffier.
w.g. Bijloos    w.g. Van Leeuwen
voorzieningenrechter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 15 juli 2019
373-850.