ECLI:NL:RVS:2019:2275
Raad van State
- Vereenvoudigde behandeling
- J. Kramer
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van vergunning voor veehouderij op basis van stikstofdepositie en Habitatrichtlijn
Op 3 juni 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen Stichting Werkgroep Behoud de Peel en het college van gedeputeerde staten van Limburg. De zaak betreft een vergunning die op 15 december 2016 is verleend voor een veehouderij in Oirlo, op basis van de Natuurbeschermingswet 1998. De vergunning is verleend onder verwijzing naar het Programma Aanpak Stikstof (PAS), dat beoogt de stikstofdepositie te reguleren in Natura 2000-gebieden. De Werkgroep heeft beroep ingesteld tegen deze vergunning, met als belangrijkste argument dat de vergunning niet kon worden verleend omdat de passende beoordeling die aan het PAS ten grondslag ligt, niet voldoet aan de eisen van artikel 6 van de Habitatrichtlijn.
De Afdeling heeft in haar uitspraak van 29 mei 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1603) geoordeeld dat de passende beoordeling inderdaad niet voldoet aan de vereisten van de Habitatrichtlijn. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het college de vergunning niet had mogen verlenen. De Afdeling heeft vastgesteld dat het bestreden besluit in strijd is met de artikelen 19e en 19f van de Nbw 1998. De overige beroepsgronden zijn niet besproken, omdat de conclusie al voldoende was om het beroep gegrond te verklaren.
De Raad van State heeft het besluit van het college van gedeputeerde staten van Limburg vernietigd en bepaald dat het college een nieuw ontwerpbesluit moet opstellen en ter inzage moet leggen. Daarnaast is het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten aan de Werkgroep, alsook tot terugbetaling van het griffierecht. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van stikstofdepositie in het kader van de bescherming van natuurwaarden.