ECLI:NL:RVS:2019:2228
Raad van State
- Vereenvoudigde behandeling
- J. Kramer
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van vergunning voor konijnenhouderij op basis van stikstofdepositie en Habitatrichtlijn
Op 5 juni 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Werkgroep Behoud de Peel en het college van gedeputeerde staten van Limburg. Het geschil betreft de vergunning die op 10 november 2016 is verleend voor een konijnenhouderij in Nederweert, op basis van de Natuurbeschermingswet 1998. De vergunning is verleend onder verwijzing naar het Programma Aanpak Stikstof (PAS), dat beoogt de stikstofdepositie te reguleren in Natura 2000-gebieden. De Werkgroep heeft beroep ingesteld tegen deze vergunning, met als argument dat de vergunning niet kon worden verleend op basis van de passende beoordeling die voor het PAS is gemaakt, omdat deze niet voldoet aan de eisen van artikel 6 van de Habitatrichtlijn.
De Afdeling heeft in haar uitspraak van 29 mei 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1603) geoordeeld dat de passende beoordeling niet voldoet aan de vereisten van de Habitatrichtlijn. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het college de vergunning voor de konijnenhouderij niet kon verlenen. De Afdeling heeft het bestreden besluit vernietigd en geoordeeld dat het college een nieuw ontwerpbesluit moet opstellen en ter inzage moet leggen. Daarnaast is het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten aan de Werkgroep, alsook tot terugbetaling van het griffierecht.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van stikstofdepositie in het kader van de bescherming van natuurwaarden in Natura 2000-gebieden. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van het PAS en de wijze waarop vergunningen voor activiteiten die stikstofdepositie veroorzaken, worden verleend.