ECLI:NL:RVS:2019:2060
Raad van State
- Vereenvoudigde behandeling
- J. Kramer
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van vergunning voor veehouderij op basis van stikstofdepositie en Habitatrichtlijn
Op 5 juni 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen de Vereniging Gelderse Natuur en Milieufederatie en het college van gedeputeerde staten van Gelderland. De zaak betreft de vergunning die op 12 april 2016 is verleend aan een veehouderij te Hoenderloo op basis van de Natuurbeschermingswet 1998. De vergunning is verleend onder verwijzing naar het Programma Aanpak Stikstof (PAS), dat sinds 1 juli 2015 van kracht is. De Vereniging Gelderse Natuur en Milieufederatie heeft beroep ingesteld tegen deze vergunning, met als argument dat de vergunning niet kon worden verleend omdat de passende beoordeling die aan het PAS ten grondslag ligt niet voldoet aan de eisen van artikel 6 van de Habitatrichtlijn.
De Afdeling heeft in haar uitspraak van 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1603, geoordeeld dat de passende beoordeling niet voldoet aan de vereisten van de Habitatrichtlijn. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het college de vergunning niet kon verlenen op basis van de bestaande beoordeling. De Afdeling heeft vastgesteld dat het bestreden besluit in strijd is met de artikelen 19e en 19f van de Nbw 1998. De overige beroepsgronden zijn niet besproken, omdat het beroep kennelijk gegrond is.
De beslissing van de Afdeling houdt in dat het college van gedeputeerde staten van Gelderland het besluit van 12 april 2016 moet vernietigen en dat het college een nieuw ontwerpbesluit moet opstellen en ter inzage moet leggen. Tevens is bepaald dat het college de kosten van het griffierecht aan de Vereniging Gelderse Natuur en Milieufederatie moet vergoeden.