ECLI:NL:RVS:2019:1956

Raad van State

Datum uitspraak
20 juni 2019
Publicatiedatum
20 juni 2019
Zaaknummer
201903532/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan met betrekking tot woningbouw en sanering van vuilstort

Op 20 juni 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een geschil tussen een verzoekster en de raad van de gemeente Bergen. De zaak betreft een bestemmingsplan dat op 11 april 2019 door de raad is vastgesteld, waarin de mogelijkheid wordt geboden om vier woningen te bouwen aan de Idenslaan te Schoorl. De verzoekster, die woont op een nabijgelegen perceel, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat de sanering van een voormalige vuilstort en de sloop van agrarische bebouwing op het perceel waar zij woont, plaatsvinden.

Tijdens de zitting op 11 juni 2019 is het verzoek behandeld. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de schorsing van het bestemmingsplan niet kan leiden tot het door de verzoekster gewenste resultaat, omdat de sanering en sloop ook zonder schorsing van het plan kunnen doorgaan. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat de wettelijke regels voor sloop en sanering losstaan van de bouw- en gebruiksmogelijkheden in het bestemmingsplan. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek van de verzoekster afgewezen en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gedaan op 20 juni 2019, waarbij de voorzieningenrechter mr. B.J. van Ettekoven en griffier mr. A.L. van Driel Kluit aanwezig waren.

Uitspraak

201903532/2/R1.
Datum uitspraak: 20 juni 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekster], wonend te Schoorl, gemeente Bergen,
en
de raad van de gemeente Bergen, NH,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 11 april 2019 heeft de raad het bestemmingsplan "[locatie 1] - [locatie 2] - Idenslaan" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoekster] beroep ingesteld. [verzoekster] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 11 juni 2019, waar [verzoekster], bijgestaan door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door drs. S. Plezier, zijn verschenen. Voorts is ter zitting als partij gehoord [belanghebbende].
Overwegingen
1.    Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.    Het plan maakt vier woningen mogelijk op gronden van [belanghebbende] aan de Idenslaan te Schoorl met toepassing van de Ruimte voor Ruimte regeling. In ruil voor de mogelijkheid aan de Idenslaan vier woningen te bouwen zal op de percelen [locatie 1] en [locatie 2] door [belanghebbende] agrarische bebouwing worden gesloopt. Op het perceel [locatie 2] zal ook een voormalige vuilstort worden gesaneerd. [belanghebbende] heeft daarover overeenkomsten gesloten met de eigenaren van deze percelen. [verzoekster] woont op het perceel [locatie 2] in een bijgebouw met het adres [locatie 3]. Zij huurt dit gebouw van de eigenaar van dat perceel. Dit gebouw is voorwerp van een handhavingsprocedure.
[verzoekster] wenst met haar verzoek te voorkomen dat de voormalige vuilstort op het perceel [locatie 2] wordt gesaneerd en de agrarische bebouwing op dat perceel wordt gesloopt. Volgens haar had eerst een onderzoek naar de bodemkwaliteit moeten worden verricht, omdat bij de sloop en de sanering graafwerkzaamheden zullen worden verricht in vervuilde grond.
3.    De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, omdat een schorsing van het plan niet kan leiden tot het door [verzoekster] gewenste resultaat. Bij een schorsing van het plan is het nog steeds toegestaan om de vuilstort te saneren en de bebouwing te slopen, aangezien het plan niet nodig is om die activiteiten te mogen verrichten. Ter voorlichting aan [verzoekster] wordt opgemerkt dat bij sloop en sanering op het perceel [locatie 2] aan de daarvoor geldende wettelijke regels moeten worden voldaan. Die regels staan echter los van de bouw- en gebruiksmogelijkheden in het bestemmingsplan. Schorsing van dit deel van het plan baat [verzoekster] dan ook niet.
4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. B.J. van Ettekoven, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, griffier.
w.g. Van Ettekoven    w.g. Van Driel Kluit
voorzieningenrechter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 juni 2019
703.