ECLI:NL:RVS:2019:1865

Raad van State

Datum uitspraak
12 juni 2019
Publicatiedatum
12 juni 2019
Zaaknummer
201809297/2/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Rechters
  • J.Th. Drop
  • H. Oranje
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het verzoek tot beperkte kennisneming van politiegegevens in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 12 juni 2019 uitspraak gedaan over een verzoek tot beperkte kennisneming van een proces-verbaal van de politie. Dit proces-verbaal bevatte politiegegevens, waaronder persoonsgegevens van de aangever, en was ingediend door de Belastingdienst/Toeslagen in het kader van een beroepsprocedure van [appellant]. De Belastingdienst/Toeslagen had eerder, op 24 oktober 2018, het bezwaar van [appellant] tegen een besluit van 8 juni 2015 gegrond verklaard voor de toeslagjaren 2010 en 2011, maar ongegrond voor de jaren 2008 en 2009. Het verzoek tot beperkte kennisneming werd gedaan op basis van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de Afdeling moest afwegen of de weigering of beperking van kennisneming gerechtvaardigd was. De Afdeling oordeelde dat het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de aangever zwaarder woog dan het belang van [appellant] om kennis te nemen van de inhoud van het proces-verbaal. De Afdeling heeft het verzoek tot beperkte kennisneming dan ook toegewezen, waarmee de geheimhouding van de politiegegevens werd gehandhaafd.

Uitspraak

201809297/2/A2.
Datum beslissing: 12 juni 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
en
de Belastingdienst/Toeslagen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 24 oktober 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen, gevolg gevend aan de uitspraak van de Afdeling 19 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3031, het bezwaar van [appellant] tegen het besluit van 8 juni 2015, waarbij zijn verzoek om een persoonlijke betalingsregeling voor het terugbetalen van te veel ontvangen kinderopvangtoeslag voor de jaren 2008 tot en met 2011 is afgewezen wegens het bestaan van grove schuld, gegrond verklaard voor de toeslagjaren 2010 en 2011 en ongegrond voor de toeslagjaren 2008 en 2009.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De Belastingdienst/Toeslagen heeft een gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) meegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.
Het stuk betreft een proces-verbaal van de politie over een aangifte van een strafbaar feit.
Overwegingen
1.    De Belastingdienst/Toeslagen heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van het stuk kennis zal nemen.
2.    Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
3.    Het proces-verbaal bevat politiegegevens, waaronder persoonsgegevens van de aangever, als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet politiegegevens (hierna: Wpg). Gelet op artikel 25 van de Wpg heeft alleen degene op wie een politiegegeven betrekking heeft - de betrokkene - in beginsel recht op inzage van dat politiegegeven.
Naar het oordeel van de Afdeling weegt het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de aangever bovendien zwaarder dan het belang van [appellant] om kennis te nemen van de inhoud van het proces-verbaal.
4.    De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe;
Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. H. Oranje, griffier.
w.g. Drop    w.g. Oranje
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 12 juni 2019