ECLI:NL:RVS:2019:18

Raad van State

Datum uitspraak
4 januari 2019
Publicatiedatum
4 januari 2019
Zaaknummer
201808926/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.C. Kranenburg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Woongebieden 2018 en omgevingsvergunning Eikenlaan 2 te Veenendaal

Op 4 januari 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een geschil tussen verzoekers, wonend te Veenendaal, en de raad van de gemeente Veenendaal. Dit verzoek volgde op het besluit van de raad van 20 september 2018, waarbij het bestemmingsplan "Woongebieden 2018" werd vastgesteld. Verzoekers hebben beroep ingesteld tegen dit bestemmingsplan, omdat zij vrezen dat de bestemming "Gemengd" voor het perceel Eikenlaan 2 hun woongenot zal aantasten door de realisatie van woningen die uitzicht op hun tuin bieden.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 20 december 2018. Tijdens de zitting was de raad vertegenwoordigd door J. van Manen, en de vennootschap onder firma Woon- en zorgvoorziening Dennenhorst was vertegenwoordigd door mr. J. Eerbeek, advocaat te Veenendaal. Verzoekers hebben hun bezwaren toegelicht, waarbij zij hebben gewezen op de omgevingsvergunning die op 18 december 2017 door het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal aan Dennenhorst was verleend voor de bouw van een zorglocatie op het perceel Eikenlaan 2.

De voorzieningenrechter overwoog dat de omgevingsvergunning, hoewel niet onherroepelijk, op dat moment wel geldig was. Dit betekende dat een eventuele voorlopige voorziening ten aanzien van het bestemmingsplan "Woongebieden 2018" geen invloed zou hebben op de mogelijkheid om de zorglocatie te realiseren. Gelet op het ontbreken van een spoedeisend belang, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201808926/2/R2.
Datum uitspraak: 4 januari 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoekers], wonend te Veenendaal,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Veenendaal,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 20 september 2018 heeft de raad het bestemmingsplan "Woongebieden 2018" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoekers] beroep ingesteld.
[verzoekers] hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Desverzocht hebben de vennootschap onder firma Woon- en zorgvoorziening  Dennenhorst en haar vennoten, [vennoten] (hierna tezamen en in enkelvoud: Dennenhorst), een schriftelijke reactie ingediend.
[verzoekers] hebben nadere stukken ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 20 december 2018, waar de raad, vertegenwoordigd door J. van Manen, is verschenen. Ter zitting is Dennenhorst, vertegenwoordigd door mr. J. Eerbeek, advocaat te Veenendaal, bijgestaan door [vennoot], als partij gehoord.
Ter zitting is buiten bezwaar van partijen een afdruk uit Google maps overgelegd.
Overwegingen
1.    Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.    [verzoekers] kunnen zich niet verenigen met de bestemming "Gemengd" die is toegekend aan het perceel Eikenlaan 2, te Veenendaal. Die bestemming maakt het mogelijk om hier woningen te realiseren die naar zij vrezen zullen leiden tot een aantasting van hun woongenot, vanwege met name het zicht op hun tuin die grenst aan de Eikenlaan 2.
Omdat door de verlening van een omgevingsvergunning onomkeerbare gevolgen kunnen optreden, hebben [verzoekers] een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend.
3.    Op 18 december 2017 heeft het college van burgermeester en wethouders van Veenendaal aan Dennenhorst een omgevingsvergunning verleend om op het perceel Eikenlaan 2 een zorglocatie te bouwen. Dit is de ontwikkeling waarvan [verzoekers] vrezen dat deze hun woongenot zal aantasten.
Deze vergunning is verleend op basis van het op dat moment geldende bestemmingsplan "Correctieve Herziening Tussen Grift en Spoor". Het college was van oordeel dat de aanvraag paste binnen de bestemming "Maatschappelijk" van dat bestemmingsplan.
Bij besluit van 21 augustus 2018 heeft het college de bezwaren van [verzoekers] tegen de omgevingsvergunning afgewezen.
Op 11 september 2018 hebben [verzoekers] tegen dit besluit beroep ingediend bij de rechtbank Midden-Nederland.
4.    Voor de ontwikkeling die [verzoekers] vrezen is een omgevingsvergunning verleend op grond van het bestemmingsplan "Correctieve Herziening Tussen Grift en Spoor". Deze omgevingsvergunning is weliswaar niet onherroepelijk, maar is op dit moment wel geldig. Dit betekent dat een eventuele voorziening die getroffen wordt ten aanzien van het plan "Woongebieden 2018" geen gevolgen heeft voor de mogelijkheid om een zorglocatie te realiseren aan de Eikenlaan 2.
5.    Gelet hierop ontbreekt een spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
6.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M. Scheele, griffier.
w.g. Kranenburg    w.g. Scheele
voorzieningenrechter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 4 januari 2019
723.