ECLI:NL:RVS:2019:1792
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 28 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 6 mei 2019 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg binnen vier weken een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 29 mei 2019 uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep in stand zal blijven. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten dat de staatssecretaris in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank. Dit betekent dat de overdrachtstermijn, zoals bedoeld in de Dublinverordening, wordt opgeschort.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de staatssecretaris toegewezen en bepaald dat er geen nieuw besluit op de aanvraag hoeft te worden genomen totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De beslissing is genomen door mr. J.Th. Drop, in tegenwoordigheid van mr. D. van Leeuwen, griffier, en is openbaar uitgesproken op 29 mei 2019.