ECLI:NL:RVS:2019:1686
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet in behandeling nemen van aanvragen
Op 24 mei 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen, die om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden verzocht, in hoger beroep gingen tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 22 maart 2019 besloten om de aanvragen van de vreemdelingen niet in behandeling te nemen. De rechtbank had op 19 april 2019 de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaard, waarna zij hoger beroep instelden en verzochten om een voorlopige voorziening.
De vreemdelingen vroegen de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zouden worden overgedragen totdat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter overwoog dat het verzoek, gezien eerdere uitspraken, voor toewijzing in aanmerking kwam. De staatssecretaris werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdelingen hadden gemaakt in verband met de behandeling van hun verzoek.
De voorzieningenrechter bepaalde dat de vreemdelingen niet zouden worden overgedragen totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen en stelde de proceskosten vast op € 512,00, te vergoeden door de minister van Justitie en Veiligheid. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.