201709653/1/A2.
Datum uitspraak: 23 januari 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 23 oktober 2017 in zaak nr. 16/3287 in het geding tussen:
het college
en
Samenwerkingsverband Noord-Nederland (hierna: SNN).
Procesverloop
Bij besluit van 11 december 2015 heeft het college de verleende subsidie van € 5.000.000,- op grond van het Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013 voor het project ‘Binnenstad-Plus’ lager vastgesteld op € 1.996.938,-, bestaande uit € 1.317.979,- op grond van het Operationeel Programma van het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (OP EFRO) en € 678.959,- aan Rijkscofinanciering.
Bij besluit van 7 juli 2016 heeft SNN het door het college daartegen gemaakte bezwaar deels niet-ontvankelijk, deels gegrond en deels ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 23 oktober 2017 heeft de rechtbank het door het college daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd voor zover het bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard en zelf in de zaak voorzien door het bezwaar in zoverre ongegrond te verklaren. Voor het overige heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld.
SNN heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Het college heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 oktober 2018, waar het college, vertegenwoordigd door mr. I. van der Meer, advocaat te Leeuwarden, en SNN, vertegenwoordigd door mr. D.G.I. Bos en A. Dijkstra MSc., zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1. De relevante regelgeving is opgenomen in een bijlage die onderdeel uitmaakt van de uitspraak.
1.1. Het project waarvoor het college subsidie heeft aangevraagd is het project ‘Binnenstad-Plus’. Het ziet op de herstructurering van een aantal locaties in de binnenstad van Leeuwarden. In het projectplan staat vermeld dat met het totale project (Tweebaksmarkt, Harmoniekwartier, Oldehove en in de toekomst de Blokhuispoort) de attractiviteit voor bewoners en bezoekers wordt vergroot en het voorzieningenpeil op een hoger niveau komt.
1.2. Het college heeft de subsidie aangevraagd bij de provincie Fryslân. De verleende subsidie bestaat uit een bijdrage op grond van OP EFRO, Rijkscofinanciering en provinciale cofinanciering. Het deel van de subsidie op grond van de provinciale cofinanciering heeft de provincie Fryslân vastgesteld op € 705.026,-. Deze vastgestelde subsidie is geen onderdeel van deze procedure.
Voor de subsidie op grond van OP EFRO en de Rijkscofinanciering, is SNN belast met de uitvoering. SNN is een samenwerkingsverband van de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen, dat is opgericht met het doel de economie in deze provincies te versterken, onder meer door het verstrekken van subsidies. Het SNN beheert en verdeelt de subsidies van Europa (OP EFRO) en het Rijk.
1.3. Op 27 januari 2012 is aan het college subsidie verleend van maximaal € 5.000.000,-, waarvan € 3.300.000 uit EFRO middelen en € 1.700.00 uit Rijkscofinanciering, op basis van de totale opgegeven subsidiabele kosten van € 12.906.900,-. De subsidieverlening is op verzoek van het college bij besluit van 3 december 2013 inhoudelijk gewijzigd. Deze wijziging heeft evenwel geen gevolgen gehad voor het verleende subsidiebedrag.
In het vaststellingsbesluit van 11 december 2015 heeft SNN de subsidie lager vastgesteld. Het totale subsidiabele bedrag heeft SNN bepaald op € 5.154.854,-. Van dit bedrag komt € 1.996.938,- volgens haar in aanmerking voor subsidie.
1.4. In geschil is of SNN de kosten voor schadeloosstellingen die het college heeft betaald bij de aankoop van een aantal panden in het Harmoniekwartier terecht niet subsidiabel heeft geacht.
Voorts is in geschil of de kosten voor de bouw van een ingang van de parkeergarage op de Nieuwe Oosterstraat, waarvoor drie woningen zijn aangekocht en gesloopt in het deel Tweebaksmarkt, slechts deels voor subsidie in aanmerking komen. Het college bestrijdt dit en stelt om verschillende redenen dat deze kosten van het project wel in aanmerking komen voor subsidie.
Besluitvorming
2. In het besluit op bezwaar heeft SNN het bezwaar deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond en deels gegrond verklaard.
- Harmoniekwartier
2.1. SNN heeft het bezwaar van het college over de subsidie voor de schadeloosstellingen die zijn betaald voor de aankoop van een aantal panden in het Harmoniekwartier niet-ontvankelijk verklaard. Volgens SNN richt dit bezwaar zich niet tegen een onderdeel van de subsidievaststelling omdat het geen onderdeel uitmaakte van de aanvraag tot subsidievaststelling. Ook als dat wel het geval was, komen deze kosten volgens SNN niet voor subsidie in aanmerking omdat de gebouwen en de gronden ten tijde van de subsidieaanvraag al in het bezit waren van het college. Het gaat dus om inbreng in het project in natura. Subsidiabel is in dat geval de objectief aangetoonde actuele marktwaarde van de grond en de gebouwen. De ten tijde van de aankoop betaalde schadeloosstellingen, waarvoor het college subsidie wenst, komen niet voor vergoeding in aanmerking. Over deze opgevoerde kostenpost bij de subsidieaanvraag merkt SNN op dat deze staat omschreven als ‘overige kosten aan derden verschuldigd’, zodat SNN er bij de subsidieverlening vanuit ging dat het ging om kosten die nog gemaakt gingen worden.
- Tweebaksmarkt
2.2. Het bezwaar gericht tegen de subsidievaststelling voor de aansluiting van de parkeergarage op de Nieuwe Oosterstraat, heeft SNN ongegrond verklaard. Daaraan heeft zij ten grondslag gelegd dat de aansluiting niet is gerealiseerd tijdens de projectperiode en de begrote kosten dus niet zijn gemaakt en betaald tijdens de projectperiode.
2.3. Het bezwaar gericht tegen de subsidievaststelling voor de aankoop en sloop van drie gebouwen aan de Nieuwe Oosterstraat, heeft SNN gegrond verklaard. Volgens SNN komt een deel van het project voor subsidie in aanmerking, namelijk voor zover dat redelijkerwijs kan worden toegerekend aan de openbare ruimte. Het deel dat ten goede komt aan woningbouw en aan de parkeergarage is niet subsidiabel.
2.4. SNN heeft de totale subsidiabele kosten bepaald op € 5.175.217,- en de subsidiebijdrage vastgesteld op € 2.004.826,-.
Uitspraak van de rechtbank
- Harmoniekwartier
3. De rechtbank heeft geoordeeld dat SNN het bezwaar over het niet subsidiabel stellen van de uitgekeerde schadeloosstellingen voor de aankoop van de gebouwen aan het Harmoniekwartier ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Volgens de rechtbank had SNN het bezwaar op dit punt ongegrond moeten verklaren indien hij van mening was dat deze kostenpost niet is opgevoerd in de aanvraag tot subsidievaststelling. De rechtbank heeft het beroep daarom gegrond verklaard en met toepassing van artikel 8:72, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) het geschil inhoudelijk beoordeeld en het bezwaar alsnog ongegrond verklaard. Daartoe heeft de rechtbank geoordeeld dat het op grond van de subsidievoorwaarden bij aankoop of inbreng van gebouwen of een onroerende zaak gaat om de actuele marktwaarde. De actuele marktwaarde heeft het college onderbouwd met taxatierapporten uit 2011 en op grond daarvan zijn die kosten subsidiabel gesteld. Volgens de rechtbank hebben de uitgekeerde schadeloosstellingen geen invloed op de actuele marktwaarde en heeft SNN de betaalde schadeloosstellingen dan ook terecht niet subsidiabel geacht.
- Tweebaksmarkt
3.1. Over de aankoop en de sloop van de gebouwen aan de Nieuwe Oosterstraat heeft de rechtbank geoordeeld dat SNN de kosten hiervan terecht slechts voor een deel subsidiabel heeft geacht. De rechtbank volgt SNN in het standpunt dat ten tijde van de subsidieverlening niet bekend was dat de aankoop en de sloop van de gebouwen niet volledig kon worden toegerekend aan het project ‘Binnenstad-Plus’. De rechtbank volgt SNN verder in de berekening van de subsidiabele kosten van dit projectonderdeel, zijnde € 20.363,-.
Hoger beroep
- Harmoniekwartier
4. Het college betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat een bedrag van € 1.500.000,- aan uitbetaalde schadeloosstellingen in de subsidieverlening is opgenomen en SNN geen toepassing heeft gegeven aan artikel 4:48 van de Awb om de subsidieverlening tussentijds te wijzigen. Voorop staat, aldus het college, dat de subsidie conform de subsidieverlening wordt vastgesteld. Daarbij komt dat geen van de gronden als genoemd in artikel 4:46, tweede lid, van de Awb in dit geval aan de orde is.
4.1. Voorts is de rechtbank volgens het college ten onrechte niet ingegaan op het betoog dat artikel 2.4.2 van de ‘Voorwaarden voor projecten uitgevoerd in het kader van Pieken in de Delta Noord-Nederland, het Operationeel Programma Noord Nederland 2007-2013 (hierna: subsidievoorwaarden) op dit geval van toepassing is en niet, zoals SNN stelt, artikel 2.4.1. Volgens het college biedt artikel 2.4.2 van de subsidievoorwaarden de grondslag om de uitgekeerde schadeloosstellingen bij de aankoop van de panden in het Harmoniekwartier subsidiabel te achten. In dit artikel wordt niet als eis gesteld dat de panden binnen de projectperiode zijn aangekocht, zoals de rechtbank oordeelt. Een rechtvaardiging voor dat onderscheid is volgens het college ook niet te geven omdat het in beide gevallen gaat om een investering in het project, waarvan de kosten te verantwoorden zijn.
Voorts geeft de rechtbank volgens de stichting een onjuiste uitleg aan artikel 2.7.4 van de subsidievoorwaarden. Het artikel stelt de kosten van inbreng van gebouwen subsidiabel. Deze zijn, aldus het college, per definitie eerder aangekocht. Bovendien stelt dit artikel, waar het gaat om de objectief vastgestelde marktwaarde, niet als eis dat dit de marktwaarde ten tijde van de inbreng is. Aangezien de subsidieregeling de kosten subsidiabel stelt die daadwerkelijk zijn betaald, ligt het meer voor de hand uit te gaan van de marktwaarde ten tijde van de aankoop van de panden. Daarbij maken de betaalde schadeloosstellingen deel uit van de marktwaarde, aldus het college, omdat de vraag naar die panden hoog was omdat de gemeente ze wilde aankopen.
Het college betoogt verder dat los van de vraag of artikel 2.7.3 of artikel 2.7.4 van de subsidievoorwaarden van toepassing zijn, in artikel 2.7 is bepaald dat geen sprake is van een limitatieve opsomming van subsidiabele kosten. Ook als de uitbetaalde schadeloosstellingen niet onder voornoemde artikelen vallen, heeft SNN de bevoegdheid om deze kosten subsidiabel te stellen. Dat is ook wat SNN gedaan heeft bij de subsidieverlening, aldus het college.
- Tweebaksmarkt
4.2. Over de aankoop van de panden in het projectonderdeel Tweebaksmarkt betoogt het college dat hiervoor in de subsidieverlening een bedrag van € 600.000,- aan subsidie is verleend. SNN kan zich bij de vaststelling niet op het standpunt stellen dat deze kosten niet subsidiabel zijn. Aan geen van de voorwaarden in artikel 4:46, tweede lid, van de Awb wordt voldaan, aldus het college. Volgens het college passen deze kosten ook binnen de subsidievoorwaarden. Daartoe verwijst het college naar het Toetsingskader Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013 waarin is omschreven dat sprake moet zijn van de opwaardering van stedelijke voorzieningen. Op pagina 22 staan de voorwaarden genoemd waaraan in dat kader moet worden voldaan. Nergens wordt de eis gesteld dat sprake is van ontwikkeling van openbaar gebied. De rechtbank heeft dit standpunt van SNN ongemotiveerd aanvaard, aldus het college.
Dat geldt eveneens voor het realiseren van een aansluiting van de parkeergarage op de Nieuwe Oosterstraat. Deze ontwikkeling is in de subsidieverlening subsidiabel geacht voor een bedrag van € 200.000,-. Het creëren van een toeloop via de Nieuwe Oosterstraat draagt bij aan de economische ontwikkelingen van deze straat en voldoet daarmee aan de subsidievoorwaarden, namelijk een opwaardering van de stedelijke voorzieningen. Door uitsluitend de kosten subsidiabel te achten voor zover de aansluiting kan worden toegerekend aan het openbaar gebied, hebben SNN en de rechtbank een te beperkte uitleg gegeven aan de subsidievoorwaarden, aldus het college.
Oordeel van de Afdeling
5. Op grond van artikel 4:46, eerste lid, van de Awb geldt als uitgangspunt dat wanneer een besluit tot subsidieverlening is gegeven, het subsidiebedrag wordt vastgesteld in overeenstemming met de verlening. Dat betekent dat de verleende subsidie in beginsel moet worden overgenomen in het subsidievaststellingsbesluit. Op grond van het tweede lid van artikel 4:46 heeft SNN evenwel de bevoegdheid om de subsidie lager vast te stellen indien zich één of meer van de daar opgenomen omstandigheden voordoen.
Hieronder zal de Afdeling achtereenvolgens voor het Harmoniekwartier en de Tweebaksmarkt beoordelen of de rechtbank terecht heeft overwogen dat SNN de subsidie voor de kosten van deze projectonderdelen lager heeft mogen vaststellen.
- Harmoniekwartier
5.1. In de subsidieaanvraag is voor de aankoop en inbreng van gebouwen en onroerend goed voor het Harmoniekwartier een bedrag van € 3.405.100,- opgenomen in de projectbegroting, die onderdeel uitmaakt van de subsidieaanvraag. Als bijlage bij de aanvraag is het projectplan gevoegd waarin een uitgewerkt overzicht van de investeringskosten is gevoegd. In dit kostenoverzicht is voor het Harmoniekwartier een post van € 1.500.000,- opgenomen aan schadeloosstellingen voor de aankoop van gebouwen. SNN heeft ter zitting erkend dat de schadeloosstellingen onderdeel zijn van het bedrag van € 3.405.100,- voor de aankoop en inbreng van gebouwen en onroerend goed en daarmee onderdeel uitmaken van de subsidieverlening. Daarbij heeft SNN de kanttekening geplaatst dat hij ervan uitging dat het ging om kosten die nog gemaakt moesten worden. Daartoe heeft hij gewezen op de projectbegroting die als productie 1e is bijgevoegd en waarin voor het deel Harmoniekwartier onder de kostenpost ‘schadeloosstellingen’ bij ‘Realisatie peildatum 15-07-2011’ een liggend streepje staat. Dat duidt er volgens SNN op dat het gaat om kosten die nog gemaakt moesten worden. Het college heeft daar tegenover gesteld dat uit het projectplan zelf volgt dat de schadeloosstellingen al waren betaald. De Afdeling volgt SNN in het standpunt dat de passages in het projectplan die het college heeft genoemd (p. 2 en 3 en het slot van p. 6) onvoldoende concreet zijn om daar uit af te leiden dat de schadeloosstellingen al waren betaald. Zo is op p. 6 vermeld dat de gemeente in het gebied (lees: Harmoniekwartier) het grootste gedeelte van de panden heeft aangekocht, dat nog een vijftal panden moet worden aangekocht en dat met de eigenaars daarvan overleg gaande is. Dat betekent dat SNN terecht heeft gesteld dat bij de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt.
5.2. Voor de vraag of SNN vervolgens ook de bevoegdheid toekomt om op grond van artikel 4:46, tweede lid, onder c, van de Awb de subsidie lager vast te stellen is tevens van belang of de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid. De Afdeling volgt de rechtbank in het oordeel dat dat het geval is omdat de reeds betaalde schadeloosstellingen niet voor subsidie in aanmerking komen. Op grond van artikel 51, eerste lid, van de Verordening (EG) nr. 1828/2006 gelezen in verbinding met artikel 10, eerste lid, onder 4°, van de Regeling EFRO doelstelling 2 programmaperiode 2007-2013, worden als subsidiabele kosten uitsluitend de rechtstreeks aan het project toe te rekenen kosten in aanmerking genomen, waaronder de aankoop of inbreng van gebouwen en onroerende zaken, met inbegrip van de kosten voor aankoop, belastingen, leges en taxatiekosten, gebaseerd op de objectief aangetoonde actuele marktwaarde, blijkend uit bij de aanvraag om subsidievaststelling gevoegde gegevens en bescheiden. De artikelen 2.7.3 en 2.7.4 van de subsidievoorwaarden sluiten aan op deze bepalingen. Dat betekent dat bij de aankoop en inbreng van gebouwen de actuele marktwaarde van het gebouw als subsidiabele kosten kunnen worden aangemerkt. Niet bestreden is dat het college in 2011 taxatierapporten heeft ingebracht waarin de actuele marktwaarde van de panden is vastgesteld. Deze kosten zijn door SNN subsidiabel geacht. Het betoog van het college dat de betaalde schadeloosstellingen ook als onderdeel van de actuele marktwaarde moeten worden beschouwd en daarom ook voor subsidie in aanmerking komen, volgt de Afdeling niet. Niet alleen heeft het college dit zelf blijkens de ingebrachte taxatierapporten in 2011 niet in de aankoopprijs verdisconteerd, maar ook volgt uit artikel 2.4.1 van de subsidievoorwaarden dat kosten die zijn gemaakt voordat de subsidieaanvraag is ingediend, niet subsidiabel zijn. Vast staat dat het college de schadeloosstellingen heeft betaald voordat de subsidieaanvraag is ingediend. De Afdeling volgt daarbij niet het betoog van het college dat artikel 2.4.2. van de subsidievoorwaarden los staat van artikel 2.4.1 en de betaalde schadeloosstellingen wel subsidiabel zijn omdat de kosten rechtstreeks aan de uitvoering van het project kunnen worden toegerekend. De artikelen 2.4.1 en 2.4.2 van de subsidievoorwaarden dienen in samenhang met elkaar te worden gelezen. Dat, zoals het college betoogt, de subsidievoorwaarden de mogelijkheid bieden om schadeloosstellingen die zijn betaald voor de aankoop van panden gedurende de looptijd van het project wel als subsidiabele kosten aan te merken is juist, maar kan er gelet op het vorenstaande niet aan afdoen dat in de subsidievoorwaarden is bepaald dat dat niet geldt voor reeds betaalde schadeloosstellingen.
Naar aanleiding van het betoog van het college dat SNN op grond van artikel 2.7 van de subsidievoorwaarden de bevoegdheid heeft om deze kosten subsidiabel te achten, heeft SNN ter zitting toegelicht dat zij van die bevoegdheid slechts zeer terughoudend gebruik maakt om een gelijk speelveld voor alle subsidieaanvragers te garanderen. Gelet op die toelichting ligt hierin naar het oordeel van de Afdeling geen grond voor het oordeel dat SNN de kosten voor schadeloosstelling op die grond subsidiabel had moeten achten.
- Tweebaksmarkt
6. In de subsidieaanvraag is voor de aankoop van gebouwen voor het projectonderdeel Tweebaksmarkt een bedrag van € 600.000,- opgevoerd en € 200.000,- voor het realiseren van een aansluiting van de parkeergarage op de Nieuwe Oosterstraat. SNN heeft subsidie verleend voor deze bedragen. In het subsidievaststellingsbesluit heeft SNN de subsidie lager vastgesteld. Omdat de aansluiting van de parkeergarage op de Nieuwe Oosterstraat niet binnen de projectperiode is gerealiseerd, komen de kosten daarvan ten bedrage van € 200.000,- niet voor subsidie in aanmerking. Hierover bestaat geen geschil. De kosten voor de aankoop van de gebouwen samen met de sloopkosten komen volgens SNN uit op een bedrag van € 405.400,-. Omdat de sloop van de gebouwen niet geheel ten goede komt aan de openbare ruimte, heeft SNN slechts een deel van de kosten van de aankoop en de sloop van deze gebouwen subsidiabel geacht.
6.1. Niet in geschil is dat de subsidie voor dit projectonderdeel ten goede dient te komen aan de opwaardering van de openbare ruimte en dat de parkeergarage en het appartementencomplex van subsidieverlening zijn uitgesloten. Het college en SNN zijn verdeeld over de vraag hoe de opwaardering van de openbare ruimte dient te worden uitgelegd. De uitleg die het college hanteert is dat de aansluiting van de parkeergarage op de Nieuwe Oosterstraat in algemene zin bijdraagt aan de openbare ruimte en de opwaardering ervan. SNN staat een meer beperkte uitleg voor, namelijk dat uitsluitend het deel dat feitelijk ten goede komt aan de openbare ruimte (en dus ook openbaar toegankelijk is) voor subsidie in aanmerking komt. De Afdeling stelt vast dat de aansluiting niet alleen ten goede komt aan de openbare ruimte maar ook aan de parkeergarage en het appartementencomplex die op de plek van de gesloopte panden zijn gebouwd. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat SNN zich op het standpunt heeft mogen stellen dat uitsluitend dat deel van de aansluiting subsidiabel is dat ten goede komt aan de openbare ruimte. Door honorering van het gehele opgevoerde bedrag zou gesubsidieerd worden wat expliciet is uitgesloten in de verleningsbeschikking. Het deel ten behoeve van de parkeergarage en het appartementencomplex kunnen daaronder niet worden geschaard. Aangezien een deel van de aansluiting ten goede komt aan de parkeergarage en het appartementencomplex, heeft SNN een evenredig deel van de kosten, gerelateerd aan de oppervlakte in m² die kan worden toegerekend aan de openbare ruimte, subsidiabel kunnen achten.
Conclusie
7. Het hoger beroep van het college is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, voorzitter, en mr. J.J. van Eck en mr. G.T.J.M. Jurgens, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.C.V. Fenwick, griffier.
w.g. Steendijk w.g. Fenwick
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 23 januari 2019
608. BIJLAGE
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Artikel 4:46
1. Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, stelt het bestuursorgaan de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast.
2. De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:
a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;
b. de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;
c. de subsidie-ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, of
d. de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten.
[...]
Voorwaarden voor projecten uitgevoerd in het kader van Pieken in de Delta Noord-Nederland, het Operationeel programma Noord Nederland 2007-2013
(subsidievoorwaarden)
Artikel 2.4
De projectkosten zijn subsidiabel voor zover:
2.4.1 de verplichtingen die leiden tot werkzaamheden zijn aangegaan na het moment dat een ontvankelijke aanvraag is ingediend en de werkzaamheden die tot de kosten leiden zijn verricht voor de in de subsidieverleningsbeschikking gestelde einddatum van het project.
Daarbij dienen de projectkosten betaald te zijn binnen de projectperiode of in de daaropvolgende periode waarin het verzoek tot definitieve vaststelling van de subsidie vervaardigd en ingediend dient te worden. Dit met uitzondering van eventuele accountantswerkzaamheden die verricht worden ten behoeve van (het verzoek tot) definitieve vaststelling;
2.4.2 de kosten rechtstreeks aan de uitvoering van het project toerekenbaar zijn met inachtneming van eisen van soberheid en doelmatigheid.
Artikel 2.7
Als subsidiabele kosten wordt de volgende niet limitatieve opsomming van kosten in aanmerking genomen:
[...]
2.7.3 aankoop of inbreng van grond, gebaseerd op de objectief aangetoonde actuele marktwaarde, blijkend uit de bij de aanvraag om subsidievaststelling gevoegde gegevens en bescheiden, en inclusief kosten voor de overdracht en taxatie, waarbij:
- bij een EFRO-subsidie deze kosten tot een maximum van 10% van de subsidiabele projectkosten, en
- bij een PiD N-N-subsidie deze kosten volledig meegenomen kunnen worden.
2.7.4 aankoop of inbreng van gebouwen en onroerende zaken, met inbegrip van de kosten voor aankoop, belastingen, leges en taxatiekosten, gebaseerd op de objectief aangetoonde actuele marktwaarde, blijkend uit de bij de aanvraag om subsidievaststelling gevoegde gegevens en bescheiden als, voor het gebouw in de afgelopen 10 jaar geen nationale of communautaire steun is verleend. [...]