7.2.In de structuurvisie staat dat de belangrijkste structuurdrager van Biest-Houtakker de Biestsestraat is. Dit lint, dat de dorpen Diessen, Hilvarenbeek en Moergestel verbindt, bestaat uit woningen en een klein aantal solitair gevestigde bedrijven, aldus de structuurvisie. Op twee plaatsen in het lint van woningen zijn nog waardevolle zichtlocaties naar het buitengebied aanwezig. Deze zichtlocaties zijn onbebouwde delen in het lint nabij het kruispunt met de Akkerstraat en het Spruitenstroompje. Verder staat in de structuurvisie dat nieuwe initiatieven aan het lint de ruimtelijke structuur niet mogen verstoren. Voorkomen moet worden dat grote schaalverschillen in bouwhoogte, bouwmassa, gevelindeling en architectuurvorm met de directe omgeving zullen worden veroorzaakt. Ook staat in de structuurvisie dat bij functieveranderingen op de overgang naar het buitengebied veel aandacht moet worden geschonken aan behoud van openheid. Toename van bouwmassa moet daarbij worden voorkomen.
De raad heeft zich naar het oordeel van de Afdeling terecht op het standpunt gesteld dat het plan niet in strijd is met de structuurvisie.
De Afdeling stelt vast dat de [locatie 1] geen deel uitmaakt van de in de structuurvisie genoemde waardevolle zichtlocaties. Verder heeft de raad zich op het standpunt kunnen stellen dat de bestaande ruimtelijke structuur niet wordt verstoord door verwezenlijking van het plan. Daarbij heeft de raad terecht van belang geacht dat het lint de Biestsestraat uit woningen bestaat en dat het plan de bouw van een woning mogelijk maakt. Verder staat in de plantoelichting dat de bouwhoogte, gevelindeling en architectuurvorm van de woning zijn aangepast aan de directe omgeving en dat ook de bouwmassa is aangepast aan de omgeving, zodat hier geen grote schaalverschillen ontstaan. Gelet op de planregels en de regels van het bestemmingsplan "Kern Biest-Houtakker", dat voor omliggende gronden geldt, is de goot- en bouwhoogte van de in het plan voorziene woning gelijk aan die van omliggende woningen.
Verder heeft de raad zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat met verwezenlijking van het plan de openheid wordt behouden. Daarbij acht de Afdeling van belang dat, zoals de raad terecht met verwijzing naar de plantoelichting heeft gesteld, met de in de structuurvisie opgenomen voorwaarde dat toename van bouwmassa moet worden voorkomen niet is beoogd in het geheel geen toename in de bouwmassa toe te staan. Ook neemt de Afdeling in aanmerking dat aan een strook grond van het plangebied, die ongeveer 8,5 m breed is, die loopt over de volle oost-west breedte van het plangebied en die grenst aan de zuidzijde van de gronden van [appellante A] en [appellant B], de bestemming "Wonen" met de aanduidingen "landschapswaarden" en "tuin" is toegekend. Ingevolge artikel 3, lid 3.1.2, onderdeel b, van de planregels is ter plaatse van die strook grond, op een erfafscheiding na, geen bebouwing toegestaan.
Voorts acht de Afdeling van belang dat het ingevolge artikel 3, lid 3.5.1, onderdeel d, van de planregels ter plaatse van de aanduiding "landschapswaarden" verboden is zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de gronden te beplanten met houtgewas dat hoger is dan 1 m. Ingevolge artikel 3, lid 3.5.2, van de planregels wordt een dergelijke omgevingsvergunning alleen verleend indien door het beplanten van houtgewas dat hoger is dan 1 m de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredig of niet onevenredig kunnen worden aangetast, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. Ingevolge artikel 3, lid 3.1.1, onderdeel c, van de planregels wordt onder deze waarden mede verstaan het behoud en herstel van de kenmerkende openheid van een akkercomplex.
8. Voor zover [appellante A] en [appellant B] betogen dat de raad het plan ten onrechte niet aan een aantal beleidsdocumenten heeft getoetst overweegt de Afdeling als volgt.
Met betrekking tot het Actieplan en de "Woonvisie gemeente Hilvarenbeek", vastgesteld door de raad op 10 december 2009, (hierna: de Woonvisie) merkt de Afdeling op dat deze zijn geactualiseerd en geconcretiseerd in de Voortgangsnotitie 2015, waaraan de raad heeft getoetst.
In de "Atlas Hilvarenbeek" van november 2009 staat dat de atlas is bedoeld als naslagwerk en kan dienen als basis voor de structuurvisie. Niet is de Afdeling gebleken dat deze atlas ten tijde van het bestreden besluit als zelfstandig toetsingskader voor plannen gold. Bovendien heeft de raad het plan aan de structuurvisie getoetst.
Voor zover [appellante A] en [appellant B] betogen dat de raad het plan ook aan het beleidsstuk de "Behandeling verzoeken voor woningbouw op inbreidingslocaties" vastgesteld op 14 juli 2016 had moeten toetsen, merkt de Afdeling op dat dit beleidsstuk ziet op plannen die in de notitie Kiezen én Delen zijn benoemd als "afweegbare, zachte plannen" en op nieuwe initiatieven. Nu het plan, niet een dergelijk plan betreft heeft de raad daar niet aan hoeven toetsen.
Met betrekking tot het beleidsstuk "Beleid Dorps Bouwen", vastgesteld door de raad op 14 november 2013 overweegt de Afdeling dat dit stuk ziet op nieuwe ontwikkelingen en [appellante A] en [appellant B] niet hebben onderbouwd dat met de daarin opgenomen regels geen rekening is gehouden.
9. [ appellante A] en [appellant B] stellen dat de met het plan mogelijk gemaakte woning op een afstand van ongeveer 150 m van een inrichting met een hindercontour van 200 m zal komen te staan. Om die reden moet volgens hen met een akoestisch onderzoek worden aangetoond dat bij de in het plan voorziene woning geen onaanvaardbare geluidoverlast zal ontstaan. Het akoestisch onderzoek dat aan het plan ten grondslag is gelegd, is daarvoor volgens hen niet geschikt omdat dit onderzoek eerder aan het bestemmingsplan "Klein Westerwijksestraat 16", dat de raad op 20 juni 2012 heeft vastgesteld, ten grondslag is gelegd en omdat dit onderzoek gedateerd is.