ECLI:NL:RVS:2019:1520
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake plaatsing ondergrondse container voor restafval in Boven-Leeuwen
Op 13 mei 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op de verzoeken van [verzoeker A] en [verzoeker B] om een voorlopige voorziening te treffen tegen het besluit van het dagelijks bestuur van Avri om een ondergrondse container voor restafval (ORAC) te plaatsen op of bij Esdoornstraat 10 te Boven-Leeuwen. De verzoekers, beiden wonend in de nabijheid van de voorgestelde locatie, hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroegen om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat de container geplaatst zou worden voordat hun bezwaren waren behandeld.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 2 mei 2019 ter zitting behandeld. Tijdens deze zitting hebben de verzoekers hun bezwaren toegelicht, waaronder zorgen over verkeersveiligheid, de afstand tot de perceelsgrens, en privacykwesties met betrekking tot het pasjessysteem van de ORAC. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de bezwaren van de verzoekers niet voldoende onderbouwd zijn om het besluit van het dagelijks bestuur te schorsen. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat de privacykwesties niet relevant zijn voor de locatiekeuze en dat het dagelijks bestuur adequaat heeft gereageerd op de bezwaren van de verzoekers.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat er geen aanleiding is om het besluit van 18 april 2019 niet in stand te laten en heeft hij de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is openbaar gedaan op 13 mei 2019.