ECLI:NL:RVS:2019:141
Raad van State
- Wraking
- C.J. Borman
- B.P. Vermeulen
- A.B.M. Hent
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- J.A. Hagen
- D.J.C. van den Broek
- M.V.T.K. Oei
- Rechtspraak.nl
Wraking van staatsraden in bestuursrechtelijke procedure
Op 19 december 2018 heeft [verzoeker] een verzoek tot wraking ingediend bij de Raad van State, gericht tegen de staatsraden die betrokken waren bij de behandeling van zaak nr. 201804994/1/A3. Dit verzoek is gedaan na de openbaarmaking van de einduitspraak in die zaak, die op dezelfde dag om 10:15 uur heeft plaatsgevonden. Volgens artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient een verzoek om wraking te worden ingediend voordat de uitspraak in de hoofdzaak is gedaan. Aangezien het wrakingsverzoek pas na de einduitspraak is ingediend, is het verzoek niet ontvankelijk. De wrakingskamer heeft op basis van artikel 3, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wrakingsregeling bestuursrechterlijke colleges 2013 besloten het verzoek zonder zitting buiten behandeling te laten. De beslissing is op 21 januari 2019 openbaar uitgesproken door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing hebben vastgesteld. De griffier heeft de uitspraak genoteerd en bevestigd.