ECLI:NL:RVS:2019:1397

Raad van State

Datum uitspraak
25 april 2019
Publicatiedatum
29 april 2019
Zaaknummer
201903210/2/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van staatsraden in bestuursrechtelijke procedure

Op 25 april 2019 heeft [verzoeker] een verzoek tot wraking ingediend bij de Raad van State, gericht tegen de staatsraden mr. J.A. Hagen, mr. N. Verheij en mr. H. Bolt. Dit verzoek werd ingediend in het kader van de behandeling van een andere zaak met nummer 201903210/1/A2. De wraking werd ter openbare zitting behandeld, maar [verzoeker] was niet aanwezig. De staatsraden hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zich te verdedigen tegen het wrakingsverzoek. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft op dezelfde dag, 25 april 2019, besloten om het wrakingsverzoek af te wijzen. De beslissing is gebaseerd op artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De Afdeling oordeelde dat het verzoek geen gronden bevatte die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat de staatsraden niet onpartijdig zouden zijn. De uitspraak werd gedaan door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen als voorzitter, bijgestaan door mr. S.F.M. Wortmann en mr. C.J. Borman als leden, en mr. A. Heinen als griffier.

Uitspraak

201903210/2/A2.
Datum beslissing: 25 april 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge beslissing met overeenkomstige toepassing van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op een verzoek van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
om toepassing van artikel 8:15 van de Awb.
Procesverloop
Bij brief van 25 april 2019 ingekomen bij de Raad van State op 25 april 2019, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. J.A. Hagen, mr. N. Verheij en mr. H. Bolt (hierna: de staatsraden) als leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaak met nummer 201903210/1/A2.
De staatsraden hebben niet in de wraking berust.
De Afdeling heeft het wrakingsverzoek op 25 april 2019 ter openbare zitting aan de orde gesteld, waar [verzoeker] niet is verschenen.
De staatsraden hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.
Beslissing
Het verzoek wordt afgewezen.
Gronden
1.    Artikel 8:15 van de Awb luidt: "Op verzoek van een partij kan elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden."
2.    Het verzoek bevat geen gronden die aanleiding zouden kunnen geven voor het oordeel dat de betreffende staatsraden de zaak niet onpartijdig zouden kunnen behandelen. Hetgeen [verzoeker] in het kader van zijn verzoek heeft aangevoerd, levert dan ook geen feiten en omstandigheden op als bedoeld in artikel 8:15 van de Awb.
Aldus uitgesproken in het openbaar door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, voorzitter, en mr. S.F.M. Wortmann en mr. C.J. Borman, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. Heinen, griffier.
w.g. Beek-Gillessen    w.g. Heinen
voorzitter    griffier
632.