ECLI:NL:RVS:2019:1376
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- J.A. Hagen
- N. Verheij
- H. Bolt
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit centraal stembureau over kandidatenlijsten voor Europese verkiezingen
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 25 april 2019 uitspraak gedaan in een beroep tegen het besluit van het centraal stembureau van 15 april 2019, waarbij alle zestien kandidatenlijsten voor de verkiezingen van de leden van het Europees Parlement geldig zijn verklaard. Het beroep is ingediend door een appellant, wonend te [woonplaats], die zich niet kon verenigen met de geldigheid van de kandidatenlijsten. De openbare zitting vond plaats op 25 april 2019 om 14:30 uur, waar de staatsraden J.A. Hagen, N. Verheij en H. Bolt aanwezig waren, met mr. M. Rijsdijk als griffier.
De Afdeling heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift te laat was ingediend. Het beroepschrift was via het digitaal loket op 24 april 2019 ontvangen, terwijl de beroepstermijn op 23 april 2019 afliep. De appellant had enkele minuten voor het sluiten van de termijn een e-mail gestuurd naar de Raad van State, waarin hij zijn wens om beroep in te stellen kenbaar maakte. De Afdeling oordeelde echter dat deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, aangezien beroepschriften niet via e-mail kunnen worden ingediend. De strikte termijnen die de Kieswet voorschrijft, maken het noodzakelijk om hierop te handhaven.