ECLI:NL:RVS:2019:1373
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- J.A. Hagen
- A.W.M. Bijloos
- H. Bolt
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit centraal stembureau over geldigheid kandidatenlijsten Europese verkiezingen
In deze zaak gaat het om een beroep dat is ingesteld door de vereniging Volt Nederland en twee appellanten tegen het besluit van het centraal stembureau van 15 april 2019, waarbij alle kandidatenlijsten voor de Europese verkiezingen geldig zijn verklaard. De mondelinge uitspraak vond plaats op 24 april 2019. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder leiding van staatsraad J.A. Hagen, heeft het beroep ongegrond verklaard.
Volt betoogde dat de kandidatenlijsten van verschillende partijen ongeldig verklaard moesten worden omdat deze niet voldeden aan de eis van een gelijke verdeling van mannelijke en vrouwelijke kandidaten. De Afdeling oordeelde echter dat de door Volt aangevoerde grond niet is opgenomen in de formele vereisten zoals vastgelegd in artikel I 5 van de Kieswet. Dit betekent dat het centraal stembureau terecht geen aanleiding heeft gezien om de lijsten ongeldig te verklaren.
Daarnaast overwoog de Afdeling dat de Kieswet niet in strijd is met Europese en internationale verdragen, en dat er geen wettelijke basis is voor de eis van een gelijke verdeling van mannen en vrouwen op de kandidatenlijsten. Ook de verwijzing naar de Grondwet door Volt werd verworpen, omdat artikel 120 van de Grondwet in de weg staat aan toetsing van de Kieswet aan de Grondwet. De uitspraak bevestigt de geldigheid van de kandidatenlijsten en de bevoegdheid van het centraal stembureau in deze kwestie.