ECLI:NL:RVS:2019:1278
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan 'Buitengebied' te Buinen
Op 18 april 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoeker, wonend te Buinen in de gemeente Borger-Odoorn, had beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van de gemeente Borger-Odoorn van 29 november 2018, waarbij het bestemmingsplan 'Buitengebied' was vastgesteld. Verzoeker was van mening dat de wijziging in het vastgestelde plan ten opzichte van het ontwerpplan onterecht was, met name omdat een groter gedeelte van zijn perceel de bestemming 'Wonen' had gekregen, wat in strijd zou zijn met het voorheen geldende planologische regime. Hij vreesde onomkeerbare gevolgen als het plan in werking zou treden.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 9 april 2019 ter zitting behandeld, maar partijen zijn niet verschenen. In zijn overwegingen benadrukte de voorzieningenrechter dat zijn oordeel voorlopig van aard is en niet bindend in de bodemprocedure. De raad van de gemeente Borger-Odoorn heeft in een reactie op het verzoek erkend dat er onomkeerbare gevolgen kunnen optreden als het plan in werking treedt en heeft ingestemd met de schorsing van het besluit tot vaststelling van het plan voor het plandeel met de bestemming 'Wonen' aan de [locatie] te Buinen.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens het verzoek toegewezen en de schorsing van het besluit van de raad van de gemeente Borger-Odoorn bevolen. Tevens is de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoeker, die op € 501,00 zijn vastgesteld, en tot terugbetaling van het griffierecht van € 174,00. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 18 april 2019.