ECLI:NL:RVS:2019:1097

Raad van State

Datum uitspraak
9 april 2019
Publicatiedatum
10 april 2019
Zaaknummer
201807551/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
  • E. Steendijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Rotterdam over misbruik van recht door appellant

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 1 augustus 2018, waarin de rechtbank oordeelde dat [appellant] misbruik van recht heeft gemaakt. De mondelinge uitspraak vond plaats op 9 april 2019. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had in haar beslissing voornamelijk gegrond op het oordeel dat [appellant] misbruik van recht heeft gemaakt, en het hoger beroep biedt geen nieuwe argumenten die aanleiding geven om deze uitspraak te herzien. De Afdeling verwijst naar eerdere uitspraken waarin ook is geoordeeld dat [appellant] misbruik van recht heeft gemaakt, wat de consistentie van de rechtspraak onderstreept. De Afdeling concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201807551/1/A3.
Datum uitspraak: 9 april 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Rhoon, gemeente Albrandswaard,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam (hierna: de rechtbank) van 1 augustus 2018 in zaak nr. 17/5653 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Albrandswaard.
Openbare zitting gehouden op 9 april 2019 om 10.30 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. E. Steendijk    voorzitter
griffier: mr. W.J.C. Robben
Verschenen:
Het college, vertegenwoordigd door mr. A.G.M. Ostojic-Hanssen.
Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 1 augustus 2018, verzonden op 1 augustus 2018, van de rechtbank.
De Afdeling
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Daartoe overweegt zij het volgende.
1.    De rechtbank heeft haar beslissingen in de aangevallen uitspraak grotendeels gebaseerd op het oordeel dat [appellant] misbruik van recht heeft gemaakt. Hetgeen [appellant] in hoger beroep naar voren brengt, biedt geen aanleiding om de aangevallen uitspraak onjuist te achten. Hierbij is van belang dat de Afdeling in de uitspraken van 11 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2290, ECLI:NL:RVS:2018:2291 en ECLI:NL:RVS:2018:2345, en 5 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3960 en ECLI:NL:RVS:2018:3961, heeft geoordeeld dat [appellant] in de desbetreffende zaken misbruik van recht heeft gemaakt. De feiten in die zaken zijn vergelijkbaar met de feiten in de thans voorliggende zaak.
2.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
w.g. Steendijk    w.g. Robben
lid van de enkelvoudige kamer    griffier
610.