Uitspraak
Datum uitspraak: 8 april 2019
BESTUURSRECHTSPRAAK
voorzieningenrechter griffier
Raad van State
Op 4 december 2018 heeft de staatssecretaris de aanvragen van twee vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdelingen hebben hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 24 januari 2019 de beroepen ongegrond heeft verklaard. Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld en daarnaast verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 8 april 2019 uitspraak gedaan op dit verzoek. In de uitspraak is overwogen dat er geen aanleiding is om het verzoek om een voorlopige voorziening toe te wijzen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen en er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde datum.