ECLI:NL:RVS:2018:91
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- A.W.M. Bijloos
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdelingenbewaring en schadevergoeding
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling die in vreemdelingenbewaring is gesteld bij besluit van 14 november 2017. De vreemdeling heeft tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, van 5 december 2017, beroep ingesteld. De rechtbank had in die uitspraak het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, maar de vreemdeling was het daar niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld, vertegenwoordigd door mr. M.H.K. van Middelkoop, advocaat te Haarlem.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep behandeld en geconcludeerd dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank niet correct was, omdat deze de beslissing van de rechtbank niet vermeldde. Dit was in strijd met artikel 8:77, eerste lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Afdeling heeft daarom de uitspraak van de rechtbank vernietigd, maar alleen voor zover het beroep van de vreemdeling niet ongegrond was verklaard en het verzoek om schadevergoeding niet was afgewezen.
De Afdeling heeft vervolgens het beroep van de vreemdeling alsnog ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De beslissing van de rechtbank is voor het overige bevestigd. De uitspraak is gedaan op 15 januari 2018 door de voorzitter mr. N. Verheij en de leden mr. A.W.M. Bijloos en mr. J.Th. Drop, in aanwezigheid van griffier M.E. van Laar.