ECLI:NL:RVS:2018:81

Raad van State

Datum uitspraak
10 januari 2018
Publicatiedatum
15 januari 2018
Zaaknummer
201800057/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen registratie van politieke aanduiding door het centraal stembureau

In deze zaak gaat het om een beroep tegen het besluit van het centraal stembureau van 27 december 2017, waarin het verzoek van de Ouderenpartij Diemen om de aanduiding 'Ouderenpartij Diemen' in het register van de Kieswet te registreren, is ingewilligd. De Partij van de Ouderen, gevestigd te Amsterdam, heeft hiertegen beroep aangetekend. De mondelinge uitspraak vond plaats op 10 januari 2018, waarbij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandelde.

De Afdeling verklaart het beroep ongegrond. De rechters oordelen dat volgens vaste jurisprudentie een politieke groepering niet het alleenrecht kan opeisen op het gebruik van algemene begrippen, zoals 'ouderen', door middel van registratie. De aanduiding 'Ouderenpartij Diemen' verschilt voldoende van de reeds geregistreerde aanduiding 'Partij van de Ouderen', zodat er geen verwarring te duchten is. De Afdeling concludeert dat er geen grond is om te oordelen dat de nieuwe aanduiding misleidend is.

De uitspraak benadrukt het belang van de vrijheid van politieke partijen om zich te registreren met een aanduiding die niet in strijd is met bestaande registraties, mits er geen verwarring ontstaat. De uitspraak is een bevestiging van de regels omtrent de registratie van politieke partijen en de bescherming van de rechten van bestaande partijen.

Uitspraak

201800057/1/A2.
Datum uitspraak: 10 januari 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de Partij van de Ouderen, gevestigd te Amsterdam,
appellante,
en
het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Diemen (hierna: het centraal stembureau),
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 10 januari 2018 om 15:30 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. C.J. Borman    voorzitter
Staatsraad mr. A.W.M. Bijloos    rapporteur
Staatsraad mr. J.A. Hagen    lid
griffier: mr. R.J.R. Hazen
Verschenen:
de Partij van de Ouderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde A];
het centraal stembureau, vertegenwoordigd door R.J.H. Lancee;
de Ouderenpartij Diemen, vertegenwoordigd door [gemachtigde B];
de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. W.A.E. Brüheim.
Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau van 27 december 2017, waarbij het verzoek van de Ouderenpartij Diemen om de aanduiding 'Ouderenpartij Diemen’ in het register, bedoeld in artikel G 3, eerste lid, van de Kieswet, te registeren, is ingewilligd.
De Afdeling verklaart het beroep ongegrond.
Gronden:
Volgens vaste jurisprudentie kan een politieke groepering niet door middel van de enkele registratie van een aanduiding, waarmee zij op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, het alleenrecht opeisen op het gebruik van min of meer algemene begrippen. Het begrip 'ouderen' - al dan niet gevolgd door een plaatsnaam - moet hiertoe worden gerekend.
Het woordbeeld dat door - de omgekeerde volgorde van - de samenstellende delen ‘partij’ en ‘ouderen’ ontstaat, gevolgd door de plaatsnaam ‘Diemen’ in de aanduiding, verschilt dusdanig van de reeds geregistreerde aanduiding 'Partij van de Ouderen’ dat niet kan worden staande gehouden dat sprake is van een aanduiding die geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds geregistreerde aanduiding en dat daardoor verwarring te duchten is.
Er is geen grond voor het oordeel dat de aanduiding ‘Ouderenpartij Diemen’ anderszins misleidend is.
w.g. Borman    w.g. Hazen
voorzitter    griffier
452.