ECLI:NL:RVS:2018:682
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A. Hagen
- D.J.C. van den Broek
- E.A. Minderhoud
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepen tegen bestemmingsplanwijziging in Zegveld
Op 15 december 2015 heeft het college van burgemeester en wethouders van Woerden een verzoek van [appellant sub 1A] en anderen om het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Woerden, Kamerik en Zegveld' te wijzigen, niet-ontvankelijk verklaard. Dit verzoek betrof de aanduiding 'c' op het plandeel dat betrekking heeft op het perceel aan de Meije 300, te Zegveld. Op 3 augustus 2016 heeft het college het bezwaar van [appellant sub 1A] en anderen gedeeltelijk gegrond verklaard, maar het verzoek afgewezen. Eveneens is op 16 september 2016 een verzoek van [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] om het bestemmingsplan te wijzigen afgewezen. Het college heeft op 2 maart 2017 het bezwaar tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
Tegen de besluiten van 4 augustus 2016 en 2 maart 2017 hebben respectievelijk [appellant sub 1A] en anderen en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 15 november 2017 ter zitting behandeld. De vertegenwoordigers van de appellanten en het college waren aanwezig, evenals Buitenplaats De Blauwe Meije en Free Heart B.V., die als partij gehoord zijn.
De bestuursrechter heeft overwogen dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn, omdat het bestemmingsplan 'Meije 300, Zegveld' op 24 november 2016 door de raad is vastgesteld en dit bestemmingsplan betrekking heeft op de locatie aan de Meije 300. Hierdoor is het eerdere bestemmingsplan, waarin de aanduiding 'c' was opgenomen, niet langer van kracht. De Afdeling heeft geconcludeerd dat er geen actueel en reëel belang meer is om de beroepen inhoudelijk te bespreken, en heeft de beroepen niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.