ECLI:NL:RVS:2018:682

Raad van State

Datum uitspraak
28 februari 2018
Publicatiedatum
28 februari 2018
Zaaknummer
201607068/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepen tegen bestemmingsplanwijziging in Zegveld

Op 15 december 2015 heeft het college van burgemeester en wethouders van Woerden een verzoek van [appellant sub 1A] en anderen om het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Woerden, Kamerik en Zegveld' te wijzigen, niet-ontvankelijk verklaard. Dit verzoek betrof de aanduiding 'c' op het plandeel dat betrekking heeft op het perceel aan de Meije 300, te Zegveld. Op 3 augustus 2016 heeft het college het bezwaar van [appellant sub 1A] en anderen gedeeltelijk gegrond verklaard, maar het verzoek afgewezen. Eveneens is op 16 september 2016 een verzoek van [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] om het bestemmingsplan te wijzigen afgewezen. Het college heeft op 2 maart 2017 het bezwaar tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.

Tegen de besluiten van 4 augustus 2016 en 2 maart 2017 hebben respectievelijk [appellant sub 1A] en anderen en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 15 november 2017 ter zitting behandeld. De vertegenwoordigers van de appellanten en het college waren aanwezig, evenals Buitenplaats De Blauwe Meije en Free Heart B.V., die als partij gehoord zijn.

De bestuursrechter heeft overwogen dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn, omdat het bestemmingsplan 'Meije 300, Zegveld' op 24 november 2016 door de raad is vastgesteld en dit bestemmingsplan betrekking heeft op de locatie aan de Meije 300. Hierdoor is het eerdere bestemmingsplan, waarin de aanduiding 'c' was opgenomen, niet langer van kracht. De Afdeling heeft geconcludeerd dat er geen actueel en reëel belang meer is om de beroepen inhoudelijk te bespreken, en heeft de beroepen niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201607068/1/R2.
Datum uitspraak: 28 februari 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1.    [appellant sub 1A] en anderen, allen wonend te Zegveld, gemeente Woerden,
2.    [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], beiden wonend te Zegveld, gemeente Woerden,
en
het college van burgemeester en wethouders van Woerden,
verweerder.
Procesverloop
Op 15 december 2015 heeft het college een verzoek van [appellant sub 1A] en anderen om het bestemmingsplan "Landelijk gebied Woerden, Kamerik en Zegveld" te wijzigen voor zover dit de aanduiding "c" betreft op het plandeel dat betrekking heeft op het perceel aan de Meije 300, te Zegveld, niet-ontvankelijk verklaard.
Op 3 augustus 2016 heeft het college het bezwaar dat [appellant sub 1A] en anderen hiertegen hebben gemaakt gedeeltelijk gegrond verklaard en de bezwaren van [appellant sub 1A] en anderen, voor zover dit betreft [appellant sub 1A], [appellant sub 1B] en [appellant sub 1C], ontvankelijk verklaard en het verzoek afgewezen.
Op 16 september 2016 heeft het college een verzoek van [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] om het bestemmingsplan "Landelijk gebied Woerden, Kamerik en Zegveld" te wijzigen voor zover dit de aanduiding "c" op de plankaart betreft die betrekking heeft op het perceel aan de Meije 300, te Zegveld, afgewezen.
Op 2 maart 2017 heeft het college het hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen het besluit van 4 augustus 2016 hebben [appellant sub 1A] en anderen beroep ingesteld en tegen het besluit van 2 maart 2017 hebben [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 november 2017, waar [appellant sub 1A] en anderen en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], allen vertegenwoordigd door [gemachtigde], advocaat te Zegveld, en het college, vertegenwoordigd door mr. S. de Rijke, ing J. van Doorne zijn verschenen. Ter zitting is Buitenplaats De Blauwe Meije en Free Heart B.V., vertegenwoordigd door mr. J.H. Hartman, bijgestaan door [gemachtigden], als partij gehoord.
Overwegingen
1.    De bestuursrechter is slechts gehouden tot inhoudelijke beoordeling van een bij hem ingediend beroep tegen een besluit van een bestuursorgaan indien de indiener daarbij een actueel en reëel belang heeft. Indien dat belang is vervallen, is de bestuursrechter niet geroepen uitspraak te doen uitsluitend vanwege de principiële betekenis daarvan.
Omdat bij besluit van 24 november 2016 door de raad het bestemmingsplan "Meije 300, Zegveld" is vastgesteld en dit bestemmingsplan betrekking heeft op de locatie aan de Meije 300, is het bestemmingsplan "Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld", waarin de aanduiding "c" was opgenomen en een wijzigingsbevoegdheid aan het college van B&W was toegekend om deze aanduiding te verwijderen, niet langer van kracht voor dit perceel. Bij uitspraak van heden (ECLI:NL:RVS:2018:558) is het bestemmingsplan "Meije 300, Zegveld" onherroepelijk geworden.
Om die reden bestaat niet langer een actueel en reëel belang om de beroepen inhoudelijk te bespreken.
2.    De beroepen zijn niet-ontvankelijk.
3.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, voorzitter, en mr. D.J.C. van den Broek en mr. E.A. Minderhoud, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Scheele, griffier.
w.g. Hagen    w.g. Scheele
voorzitter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 28 februari 2018
723.