ECLI:NL:RVS:2018:63

Raad van State

Datum uitspraak
8 januari 2018
Publicatiedatum
10 januari 2018
Zaaknummer
201702823/3/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van staatsraad en verzoek om onpartijdigheid in bestuursrechtelijke procedure

Op 8 januari 2018 vond de openbare behandeling plaats van de zaak met nummer 201702823/1/A2, waarin verzoeker om wraking vroeg van staatsraad mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer die de zaak behandelde. Tijdens deze zitting werd verzoeker gehoord, maar staatsraad Steendijk maakte geen gebruik van de gelegenheid om zich te verdedigen tegen het wrakingsverzoek. Het verzoek om wraking werd vervolgens ter zitting aan de orde gesteld, waarbij verzoeker ook de wraking van de leden van de eerste wrakingskamer aanvroeg, bestaande uit mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. G. van der Wiel. Deze leden maakten eveneens geen gebruik van hun recht om gehoord te worden.

Tijdens de behandeling van het tweede wrakingsverzoek vroeg verzoeker om wraking van de leden van de tweede wrakingskamer, te weten mr. H. Troostwijk, mr. Th.C. van Sloten en mr. G.M.H. Hoogvliet. De Afdeling heeft het verzoek om wraking van de leden van de tweede wrakingskamer buiten behandeling gelaten, omdat het verzoek niet specifiek gericht was op een of meer leden van de kamer die belast was met de behandeling van het wrakingsverzoek. Het verzoek was meer algemeen van aard en betrof een gebrek aan vertrouwen in de onpartijdigheid van de Afdeling als geheel.

De Afdeling heeft ook het verzoek om wraking van de eerste wrakingskamer afgewezen. Dit verzoek was gebaseerd op het niet toestaan van opnames tijdens de zitting, wat werd beschouwd als een beslissing over de gang van zaken ter zitting en niet als een feit of omstandigheid die de rechterlijke onpartijdigheid zou kunnen schaden. De Afdeling heeft bepaald dat een volgend verzoek om wraking van staatsraden in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen, waarmee de zaak werd afgesloten.

Uitspraak

201702823/3/A2.
Datum beslissing: 8 januari 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge beslissing met overeenkomstige toepassing van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op een verzoek van:
[verzoeker A] en [verzoekster B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [verzoeker]), beiden wonend te Amsterdam,
om toepassing van artikel 8:15 van de Awb.
Procesverloop
Tijdens de openbare behandeling ter zitting van 8 januari 2018 van de zaak nr. 201702823/1/A2 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraad mr. E. Steendijk, als lid van de enkelvoudige kamer belast met de behandeling van deze zaak.
De staatsraad heeft niet in de wraking berust.
De Afdeling heeft het wrakingsverzoek op 8 januari 2018 ter zitting aan de orde gesteld, waar [verzoeker] is gehoord. Staatsraad Steendijk heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.
Ter zitting heeft [verzoeker] verzocht om wraking van de staatsraden mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. G. van der Wiel, de leden van de wrakingskamer belast met de behandeling van het verzoek om wraking van staatsraad Steendijk (hierna: de leden van de eerste wrakingskamer).
De Afdeling heeft het tweede wrakingsverzoek op 8 januari 2018 ter zitting aan de orde gesteld, waar [verzoeker] is gehoord. De leden van de eerste wrakingskamer hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.
Ter zitting van de behandeling van het tweede wrakingsverzoek heeft [verzoeker] verzocht om wraking van de staatsraden mr. H. Troostwijk, mr. Th.C. van Sloten en mr. G.M.H. Hoogvliet, de leden van de wrakingskamer belast met de behandeling van het verzoek om wraking van de leden van de eerste wrakingskamer (hierna: de leden van de tweede wrakingskamer).
Beslissing
Bij mondelinge beslissing van 8 januari 2018 heeft de Afdeling het verzoek om toepassing van artikel 8:15 van de Awb ten aanzien van de leden van de tweede wrakingskamer buiten behandeling gelaten en ten aanzien van leden van de eerste wrakingskamer afgewezen. Daartoe heeft zij het volgende overwogen.
Overweging
Artikel 8:15 van de Awb bepaalt dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Artikel 8:16, vierde lid, bepaalt dat een volgend verzoek om wraking van dezelfde rechter niet in behandeling wordt genomen, tenzij feiten of omstandigheden worden voorgedragen die pas na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden.
Het verzoek om wraking van de leden van de tweede wrakingskamer betreft naar zijn strekking het gebrek aan vertrouwen in een onpartijdige zaaksbehandeling door de Afdeling als zodanig. Omdat het verzoek naar zijn strekking is gericht tegen alle leden van de Afdeling, kan het niet worden aangemerkt als een verzoek om wraking in de zin der wet, nu het niet specifiek betrekking heeft op een of meer leden van de kamer die belast is met de behandeling van het wrakingsverzoek.
Het verzoek om wraking van de leden van de tweede wrakingskamer is om die reden buiten behandeling gelaten.
Ten aanzien van het verzoek om wraking van de eerste wrakingskamer is als volgt overwogen. Deze wraking betreft het niet toestaan van het maken van opnames van die wrakingszitting. Het niet toestaan is een beslissing over de gang van zaken ter zitting en is geen feit of omstandigheid waardoor de rechterlijke partijdigheid schade zou kunnen leiden als bedoeld in artikel 8:15 van de Awb.
De Afdeling heeft voorts bepaald dat een volgend verzoek om wraking van staatsraden in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen.
Aldus uitgesproken in het openbaar door mr. H. Troostwijk, voorzitter, en mr. Th.C. van Sloten en mr. G.M.H. Hoogvliet, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vletter, griffier.
w.g. Troostwijk    w.g. Vletter
voorzitter    griffier
653.