ECLI:NL:RVS:2018:621
Raad van State
- Wraking
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- R. van der Spoel
- J. Kramer
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 21 februari 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van mr. A.W.M. Bijloos. Het verzoek werd ingediend door [verzoeker] op 27 december 2017, naar aanleiding van de behandeling van de zaak met nummer 201700358/2/A2. [Verzoeker] stelde dat de staatsraad ten onrechte zijn zaak niet had heropend na het indienen van nieuwe bewijsstukken. De Afdeling heeft het wrakingsverzoek op 9 februari 2018 ter zitting behandeld, maar geen van de partijen was verschenen.
De Afdeling overwoog dat het verzoek om wraking niet tijdig was ingediend, aangezien [verzoeker] niet had voldaan aan de vereisten van artikel 8:16, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt dat een verzoek om wraking moet worden gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden. Aangezien de brief met het wrakingsverzoek pas op 27 december 2017 bij de Raad van State was ingekomen, was het verzoek te laat.
Daarom kwam de Afdeling niet toe aan een inhoudelijke beslissing op het wrakingsverzoek en werd het verzoek afgewezen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 21 februari 2018, door de voorzitter en de leden van de Afdeling, in tegenwoordigheid van de griffier.