ECLI:NL:RVS:2018:542

Raad van State

Datum uitspraak
16 februari 2018
Publicatiedatum
16 februari 2018
Zaaknummer
201801285/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geldigheid kandidatenlijst gemeenteraadsverkiezingen Heerlen en afdrachtregeling SP

Op 9 februari 2018 heeft het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van de gemeente Heerlen de kandidatenlijst van de Socialistische Partij (SP) geldig verklaard. [appellant] heeft hiertegen beroep ingesteld, stellende dat de kandidaten van de SP niet in het ambt van raadslid kunnen worden benoemd vanwege een afdrachtregeling die in strijd zou zijn met de eed die raadsleden moeten afleggen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 15 februari 2018 behandeld. Tijdens de zitting zijn zowel [appellant] als vertegenwoordigers van het centraal stembureau en de Kiesraad aanwezig geweest. De Afdeling overweegt dat de Kieswet limitatieve gronden bevat voor het schrappen van kandidaten van de lijst. De stelling van [appellant] dat kandidaten van de SP een valse verklaring zouden moeten afleggen, vormt geen grond voor het ongeldig verklaren van de kandidatenlijst. De Afdeling concludeert dat het centraal stembureau terecht geen reden heeft gezien om de kandidatenlijst ongeldig te verklaren of kandidaten te schrappen. Het beroep van [appellant] wordt ongegrond verklaard.

Uitspraak

201801285/1/A2.
Datum uitspraak: 16 februari 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
en
het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Heerlen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 9 februari 2018 heeft het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van de gemeente Heerlen (hierna: het centraal stembureau) de kandidatenlijst ‘SP (Socialistische Partij)’ geldig verklaard en de daarop voorkomende namen van de kandidaten gehandhaafd.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De Kiesraad heeft inlichtingen verschaft
Het centraal stembureau heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 februari 2018, waar [appellant] en het centraal stembureau, vertegenwoordigd door A.J. Matlega en mr. M.E.J.C. Bartels-Grootjans, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. W.A.E. Brüheim, gehoord.
Overwegingen
1.    Op 9 februari 2018 heeft het centraal stembureau in een openbare zitting, als bedoeld in artikel I 4 van de Kieswet, beslist over de geldigheid van de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Heerlen en over het handhaven van de daarop voorkomende kandidaten. [appellant] heeft hiertegen beroep ingesteld.
2.    [appellant] betoogt dat het centraal stembureau ten onrechte de kandidatenlijst ‘SP (Socialistische Partij)’ geldig heeft verklaard en de kandidaten op die lijst niet heeft geschrapt. Daartoe voert hij aan dat de SP een zogeheten afdrachtregeling kent die inhoudt dat leden die een politieke functie vervullen verklaren de vergoedingen die zij daarvoor zullen ontvangen geheel of gedeeltelijk af te dragen aan de partij. Die afdracht is een gift. Een dergelijke gift verdraagt zich niet met de eed die raadsleden moeten afleggen bij hun installatie. Zij dienen dan immers te verklaren dat zij, om tot lid van de raad te worden benoemd, rechtstreeks noch minnelijk, onder welke naam of welk voorwendsel dan ook, enige gift of gunst hebben gegeven of beloofd. Kandidaten van de SP kunnen dit niet verklaren, zonder opzettelijk een valse verklaring onder ede, als bedoeld in artikel 207 van het Wetboek van Strafrecht, af te leggen. Dit betekent dat van de kandidaten van de SP op voorhand vaststaat dat zij niet in het ambt van raadslid kunnen worden benoemd. Gezien het doel en de strekking van de Kieswet dienen kandidaten waarvan dit op voorhand vaststaat van de lijst te worden geschrapt. Nu dit geldt voor alle kandidaten van de SP, dient vervolgens, gelet op artikel I 5, aanhef en onder g, van de Kieswet ook de kandidatenlijst ‘SP (Socialistische Partij)’ ongeldig te worden verklaard, aldus [appellant].
3.    Artikel I 5 van de Kieswet luidt als volgt:
"Voor een kieskring is ongeldig de lijst:
a. die niet op de dag van kandidaatstelling tussen negen en zeventien uur bij het centraal stembureau is ingeleverd;
b. waarbij, indien ten behoeve van de lijst een waarborgsom moet worden betaald, niet gevoegd is het bewijs dat deze betaling is verricht;
c. waarbij, indien bij de lijst verklaringen van ondersteuning moeten worden overgelegd, niet ten minste het aantal geldige verklaringen voor deze kieskring, genoemd in artikel H 4, eerste lid, is overgelegd;
d. die niet voldoet aan het bij ministeriële regeling vastgestelde model;
e. die niet persoonlijk is ingeleverd door een kiezer, bevoegd tot deelneming aan de desbetreffende verkiezing;
f. waarbij de inleveraar zich niet heeft geïdentificeerd met een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht;
g. waarop door toepassing van artikel I 6 alle kandidaten zijn geschrapt.".
Artikel I 6, eerste lid, van de Kieswet luidt als volgt:
" Het centraal stembureau schrapt, in de volgorde in dit lid aangewezen, van de lijst voor een kieskring de naam van de kandidaat:
a. die niet is vermeld overeenkomstig het bepaalde krachtens artikel H 8;
b. van wie niet uit de overgelegde verklaring blijkt dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op de lijst voor deze kieskring;
c. wiens woonplaats buiten het Europese deel van Nederland is gelegen, indien de aanwijzing van een gemachtigde ontbreekt;
d. die tijdens de zittingsperiode van het orgaan waarvoor de verkiezing zal plaatshebben, niet de voor het zitting nemen in dat orgaan vereiste leeftijd bereikt;
e. die bij een verkiezing van de leden van provinciale staten, van het algemeen bestuur of van de gemeenteraad geen ingezetene is van de provincie, het waterschap onderscheidenlijk de gemeente, en ten aanzien van wie de verklaring dat hij voornemens is zich bij benoeming te vestigen in de provincie, het waterschap onderscheidenlijk de gemeente, ontbreekt;
f. die heeft verklaard dat hij voornemens is zich bij benoeming te vestigen in de provincie, het waterschap, onderscheidenlijk de gemeente, en ten aanzien van wie blijkt dat hij tevens een zodanige verklaring heeft afgelegd voor de verkiezing van de leden van de staten van een andere provincie, van het algemeen bestuur van een ander waterschap, onderscheidenlijk van de raad van een andere gemeente;
g. die voorkomt op meer dan één van de lijsten die voor deze kieskring zijn ingeleverd;
h. van wie een uittreksel uit het register van overlijden dan wel een afschrift van de akte van overlijden is overgelegd;
i. die op de lijst voorkomt na het ten hoogste toegelaten aantal.".
4.    Artikel I 6, eerste lid, van de Kieswet bevat een limitatieve opsomming van de gronden waarop het centraal stembureau een kandidaat van de lijst kan schrappen. Geen van die gronden doet zich hier voor. Dat, naar [appellant] stelt, uitgesloten is dat kandidaten van de SP in het ambt van raadslid kunnen worden benoemd aangezien zij daartoe een valse verklaring dienen af te leggen, doet, wat daar verder ook van zij, hieraan niet af. Het centraal stembureau heeft dan ook, gelet op de limitatief in de artikelen I 5 en I 6 van de Kieswet opgesomde formele vereisten, terecht geen grond gezien om kandidaten van de lijst ‘SP (Socialistische Partij)’ te schrappen of deze lijst ongeldig te verklaren.
5.    Het beroep is ongegrond.
6.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, voorzitter, en mr. B.P. Vermeulen en mr. E.J. Daalder, leden, in tegenwoordigheid van mr. J. Wieland, griffier.
w.g. Hagen    w.g. Wieland
voorzitter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 16 februari 2018
502.