ECLI:NL:RVS:2018:531
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- C.J. Borman
- H.G. Lubberdink
- G.M.H. Hoogvliet
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit centraal stembureau inzake geldigheid kandidatenlijsten voor gemeenteraadsverkiezingen
In deze zaak gaat het om een beroep tegen het besluit van het centraal stembureau van 9 februari 2018, waarbij verschillende kandidatenlijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen in Landgraaf geldig zijn verklaard. De appellant, die in persoon verscheen, betwistte de geldigheid van de lijsten met de aanduidingen 'GBBL Ubach over Worms', 'GBBL Schaesberg' en de blanco lijst met als eerste kandidaat G.G.J. Janssen. De appellant stelde dat deze lijsten feitelijk één politieke groepering vertegenwoordigen en dat het centraal stembureau deze lijsten ten onrechte niet ongeldig heeft verklaard. De zitting vond plaats op 14 februari 2018, waar de Raad van State, onder leiding van voorzitter staatsraad mr. C.J. Borman, de zaak behandelde. De andere leden van de Raad, staatsraad mr. H.G. Lubberdink en staatsraad mr. G.M.H. Hoogvliet, waren ook aanwezig. De griffier was mr. M. Rijsdijk. Na de behandeling van de zaak heeft de Afdeling het beroep ongegrond verklaard. De Afdeling oordeelde dat de door de appellant aangevoerde gronden niet voldoen aan de in de Kieswet opgesomde redenen om een kandidatenlijst ongeldig te verklaren. Bovendien werd vastgesteld dat er geen sprake was van verwarring of misleiding die aanleiding zou geven tot het ongeldig verklaren van de lijsten. Het besluit van het centraal stembureau tot registratie van de aanduidingen werd als rechtens onaantastbaar beschouwd, en de Kieswet biedt geen ruimte voor het weigeren van een aanduiding op basis van verwarring of misleiding in dit stadium van het proces.