ECLI:NL:RVS:2018:442
Raad van State
- Hoger beroep
- C.J. Borman
- F.C.M.A. Michiels
- F.D. van Heijningen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 10 januari 2017. De zaak betreft verzoeker die om proceskostenveroordeling heeft gevraagd in het geval van intrekking van het hoger beroep, zoals geregeld in artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Tijdens de zitting op 23 januari 2018 heeft verzoeker het hoger beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten door de minister van Justitie en Veiligheid.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek behandeld en vastgesteld dat de minister gedeeltelijk aan verzoeker tegemoet is gekomen door nadere informatie te verstrekken over verkeersovertredingen die in 2012 zijn begaan met voertuigen geregistreerd op naam van het toenmalige Ministerie van Veiligheid en Justitie en het toenmalige Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Op basis van deze tegemoetkoming heeft de Afdeling besloten dat de minister de proceskosten moet vergoeden.
De beslissing houdt in dat de minister van Justitie en Veiligheid wordt veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 1.002,00, en dat het door verzoeker betaalde griffierecht van € 250,00 moet worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 7 februari 2018, met mr. C.J. Borman als voorzitter en mr. F.C.M.A. Michiels en mr. F.D. van Heijningen als leden.