ECLI:NL:RVS:2018:439
Raad van State
- Verschoning
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- D.A.C. Slump
- N. Verheij
- R. Uylenburg
- N.D.T. Pieters
- Rechtspraak.nl
Verzoek om verschoning van staatsraad Scholten-Hinloopen in bestuursrechtelijke zaken
Op 7 februari 2018 heeft staatsraad J.A.W. Scholten-Hinloopen een verzoek ingediend om zich te mogen verschonen in verband met de behandeling van de zaken met de nummers 201700358/3/A2 en 201700358/4/A2, die op 9 februari 2018 ter zitting zouden worden behandeld. Scholten-Hinloopen maakte deel uit van de meervoudige kamer die deze zaken behandelde. Het verzoek om verschoning werd gedaan om elke schijn van vooringenomenheid te voorkomen, aangezien haar echtgenoot werkzaam is bij het Ministerie van Financiën/Belastingdienst. Dit verzoek is gedaan op basis van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt voor rechters om zich te verschonen op grond van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid zouden kunnen schaden.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om verschoning beoordeeld en geconstateerd dat de motivering van Scholten-Hinloopen gerechtvaardigd is. De Afdeling heeft in overweging genomen dat de betrokkenheid van haar echtgenoot bij de Belastingdienst een potentieel risico voor de schijn van onpartijdigheid met zich meebrengt. Daarom heeft de Afdeling besloten het verzoek toe te wijzen, wat betekent dat Scholten-Hinloopen zich niet zal bemoeien met de behandeling van de genoemde zaken.
De beslissing is genomen door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder leiding van voorzitter D.A.C. Slump, en de leden N. Verheij en R. Uylenburg, met mr. N.D.T. Pieters als griffier. De uitspraak is openbaar gedaan op 7 februari 2018.