ECLI:NL:RVS:2018:4298
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- G. van der Wiel
- C.M. Wissels
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over afwijzing asielovernameverzoek door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft de vreemdeling op 22 augustus 2016 een asielverzoek ingediend in Griekenland. Op 7 november 2016 hebben de Griekse autoriteiten de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid verzocht om de vreemdeling over te nemen op basis van artikel 9 van de Dublinverordening, omdat zijn echtgenote in Nederland verblijft. De staatssecretaris heeft dit verzoek echter afgewezen bij brief van 3 januari 2017. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, heeft op 20 juni 2017 geoordeeld dat zij zich onbevoegd verklaarde om het beroep tegen deze afwijzing te behandelen. Hierop heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.
De Raad van State heeft in zijn uitspraak van 21 december 2018 geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte heeft bepaald dat het beroepschrift als bezwaarschrift door de staatssecretaris moest worden behandeld. De Raad oordeelt dat de Dublinverordening geen procedure voorziet voor verzoekers om internationale bescherming tegen de afwijzing van een overnameverzoek. De staatssecretaris heeft terecht betoogd dat er geen rechtsmiddel openstaat voor de vreemdeling tegen de afwijzing van het overnameverzoek door Nederland, aangezien dit de bemiddelingsprocedure tussen lidstaten zou doorkruisen. De Raad verklaart het hoger beroep gegrond en bevestigt de afwijzing van de rechtbank.